Gepubliceerd op 01-12-2020

ontwatering

betekenis & definitie

afvoer van overtollig water van een stuk land naar de begrenzende open waterlopen (veelal sloten), met het doel de grondwaterspiegel op een gewenste afstand beneden het maaiveld (de ontwateringsdiepte) te houden. Het verband tussen het te verwachten percentage van de maximaal mogelijke opbrengst en de ontwateringsdiepte kan voor verschillende combinaties van gewas en grondsoort worden weergegeven als optimumkromme.

Bij een hogere grondwaterstand dan het optimum heeft het gewas te lijden van wateroverlast; bij een lagere is vochtgebrek de oorzaak van opbrengstverlaging. Ter verkrijging van een steviger maaiveld (voor zware machines en dichte veebezetting) streeft men tegenwoordig in de landbouw naar ontwateringsdiepten die iets lager dan het optimum liggen.In goed doorlatende zandgronden kan ontwatering rechtstreeks naar sloten of andere open wateren voldoende zijn. In andere gevallen is begreppeling of drainage geboden. Afhankelijk van de doorlatendheid van de ondergrond kunnen de verlaagde waterstanden een meer of minder sterke afzuigende werking uitoefenen op de waterpeilen in aanpalende natte of vochtige natuurterreinen. Een brede bufferzone (met een hogere waterstand dan ter plaatse gewenst wordt) tussen het natuurterrein en zijn omgeving, kan deze afzuigende werking terugdringen.