Gepubliceerd op 01-12-2020

Globaal Ecologisch Model

betekenis & definitie

(gem), model waarmee ruimtelijke ontwikkelingen in ecologisch opzicht kunnen worden geëva­lueerd. Milieustudies zijn er vaak op ge­richt te komen tot een waardering van de verschillende functies die het natuurlijk milieu vervult.

Bij het gem, ontwikkeld door een groep biologen en andere des­kundigen van binnen en buiten de rijks­overheid, gaat het in de eerste plaats om de ontwikkeling van interactiemodellen tussen het natuurlijk milieu en de ruimte­lijke ontwikkeling in Nederland. Doel daarbij is het geven van een basis voor een ecologische evaluatie van ruimtelijke ontwikkelingen en voor het duidelijk for­muleren van de keuzesituaties waarvoor de samenleving ten aanzien van het na­tuurlijk milieu wordt geplaatst. Om dat te bereiken, kent het model een aantal mani­pulatiemogelijkheden. In de eerste plaats is het van belang dat wordt aangegeven hoe waarden en functies van het natuurlijk milieu, onder het in acht nemen van een aantal randvoorwaarden, kunnen worden gemaximaliseerd. Verder hoe uit ecologi­sche overwegingen grenzen aan ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden gesteld, dan wel hoe natuur en ruimtelijke ontwik­keling ten opzichte van elkaar in een geoptimaliseerde situatie kunnen worden gebracht. Tenslotte wordt beoogd inzicht te verstrekken over de mogelijkheden om, op basis van potenties van het natuurlijk milieu, te komen tot herstel en opbouw van het milieu bij een minimalisering van de inspanningen daartoe.Deze theoretische onderbouw wordt nood­zakelijk geacht om ook de ecologische be­naderingswijze in het beleid een rol te la­ten spelen. De Rijksplanologische Dienst van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft bij de basis­studie Naar een Globaal Ecologisch Model voor de Ruimtelijke Ordening in Nederland een belangrijke rol gespeeld. Samen met de studie Landelijke Milieukartering vormt deze het ecologisch fundament voor een vorm van procesplanning die het weRON-systeem wordt genoemd (Werkproces Ruimtelijke Ontwikkeling Nederland).

Kort samengevat kan het gem worden om­schreven als een model van de wisselwer­kingen tussen natuurlijk milieu en mense­lijke samenleving ten behoeve van natio­nale ruimtelijke planning. Het natuurlijk milieu wordt gezien als een subsysteem binnen het ruimtelijk systeem. Dit laatste is het centrale planningsobject van het weron. Van de GEM-studie mag verwacht worden dat deze de relaties en processen binnen het subsysteem natuurlijk milieu beschrijft en tevens de relaties met de ove­rige subsystemen binnen het ruimtelijk systeem aangeeft. De relaties tussen sa­menleving en milieu worden in het gem aangegeven in termen van functieverlies en -vervulling. Daardoor wordt een kop­peling aangebracht tussen de eigenschap­pen van het natuurlijk milieu en de diver­se vormen van ruimtegebruik. Het gem hanteert een antropocentrische benade­ring: de natuur wordt slechts bezien vanuit zijn ‘functievervulling' voor de mens.

Het gem onderscheidt vier groepen func­ties:

1. produktiefuncties, te onderschei­den in natuurlijke produktiefuncties (leve­rantie van b.v. licht, warmte, water, delf­stoffen, biomassa) en agrarische produk­tiefuncties (landbouw, bosbouw, visserijcultuur);
2. draagfuncties, te onderschei­den in het dragen van activiteiten (wonen, recreatie e.d.) en opvangfuncties (opvang van verschillende soorten afval);
3. infor­matiefuncties (b.v. wetenschap, educatie);
4. regulatiefuncties (b.v. biologische zuive­ring, zuurstofproduktie).

Onder ecologische evaluatie wordt in het gem verstaan het bepalen van de geschikt­heid of het vermogen van het natuurlijk milieu voor het vervullen van de eerderge­noemde functies. De gehele werkwijze mondt uiteindelijk uit in het aangeven van de mate van onverenigbaarheid van maat­schappelijke activiteiten en functies van het natuurlijk milieu. Daartoe wordt een zgn. ecologische interactie-analyse uitge­voerd.

In de ruimtelijke planning laat men zich echter niet alleen door het inzicht in de ecologische relaties leiden; afweging van ruimtelijke alternatieven vindt plaats op grond van politieke uitgangspunten, die hun oorsprong vinden in bepaalde maat­schappelijke doelstellingen. Uiteindelijk zullen de verschillende belangen in een politieke besluitvorming tegen elkaar wor­den afgewogen. De verdienste van het gem is dat het de theoretische onderbouw le­vert voor het objectiever inbrengen van ecologische aspecten in dit besluitvor­mingsproces.

< >