Ned. gemeente in de provincie Zuid-Holland, op het eiland van Dordrecht bij de splitsing van de Merwede in Noord en Oude Maas. De Dordtse nieuwbouwwijk De Staart in de Merwedepolder is een van de beruchte bodemverontreinigingsgevallen van Nederland.
Een aanzienlijk deel van de woonwijk ligt op twee voormalige stortplaatsen, waarvan de eerste in de periode 1960-65 geëxploiteerd werd en de tweede van 1965 — 71. Voor deze laatste stortplaats werd aanvankelijk een Hinderwetvergunning geweigerd. De gemeente Dordrecht ging hiertegen in beroep bij de Kroon. Pas in 1971, toen de stortplaats al gesloten was, werd een Hinderwetvergunning afgegeven. Op deze stortplaats zijn o.a. aanzienlijke hoeveelheden chemisch afval van de Chemische Industrie Rijnmond (CIR) terechtgekomen. In sept. 1981 kwam de woonwijk uitgebreid in het nieuws, toen bij een onderzoek naar verzakkingen van een aantal huizen giftig afval werd aangetroffen.
Onderzoek werd vervolgens uitgevoerd door o.m. het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (RIV) en TNO. In een aantal kruipruimten en in sommige woonruimten werden duidelijk verhoogde gehalten aan benzeen, tolueen, ethylbenzeen, difenyl, difenylether en tetrachlooretheen aangetroffen. Uit het uitgevoerde onderzoek is geen verontreiniging van het drinkwater gebleken. In 1982 zijn voor een aantal huizen tijdelijke voorzieningen in de kruipruimten getroffen om de blootstelling van bewoners aan schadelijke stoffen te beperken.Begin 1983 is door de provincie een concept-saneringsprogramma voor de getroffen woonwijk opgesteld. De voorgestelde saneringsmaatregelen houden in dat 106 huizen worden afgebroken en dat voorzieningen worden getroffen om verspreiding van verontreinigingen via het grondwater te stoppen en contact tussen bewoners en verontreiniging voor de toekomst uit te sluiten. Dit wil men bereiken door het plaatsen van damwanden, het wegpompen en zuiveren van verontreinigd grondwater, het verwijderen van het bovenste deel van de vervuilde bodem en het isoleren van kruipruimten.
Na de gifvondsten is onder de bewoners van de wijk grote ongerustheid ontstaan. Al snel werd de Vereniging Aktie-comité Vervuiling Merwedepolder opgericht, waarvan het grootste deel van de bewoners lid is. Deze organisatie speelt een zeer actieve rol bij de voorbereidingen van de sanering, soms duidelijk tegen de zin van de betrokken overheden. Zij wijst steeds op de psycho-sociale gevolgen van het leven op een gifbelt en hanteert o.a. de leus: Het gif eruit of wij eruit. De vereniging eist dat aan alle bewoners van de woonwijk financiële mogelijkheden worden geboden om uit de wijk te verhuizen. De rijksoverheid heeft deze eis tot dusverre afgewezen.
