Gepubliceerd op 01-12-2020

chemische industrie

betekenis & definitie

verzamelnaam voor takken van nijverheid die zich bezighouden met de omzetting van (natuurlijke) grondstoffen en de vervaardiging van synthetische stoffen. Het begrip chemische industrie is niet scherp afgebakend; gewoonlijk rekent men er niet toe: de winning van metalen, cokesfabrieken, cementfabricage, glas-, leder-, celstof-, suiker- en vergistingsfabrieken, ververijen en wasserijen en de grafische industrie, hoewel deze alle wel met chemische methoden werken.

De chemische industrie produceert ca. 45000 verschillende chemische produkten, die onderscheiden kunnen worden in bulkchemicaliën (o.a. oplosmiddelen, zuren, basen, plastics) en fijnchemicaliën (o.a. geneesmiddelen, kleurstoffen, bestrijdingsmiddelen). De meeste produktieprocessen beginnen met een grondstof van natuurlijke oorsprong die uit min of meer ongevaarlijk materiaal bestaat. Bij de reacties van het produktieproces ontstaan naast het hoofdprodukt tevens soms zeer schadelijke — bijprodukten. Bij de procesreacties en bij het zuiveringsproces om het hoofdprodukt af te scheiden van de bijprodukten, worden zeer veel energie en water gebruikt. De na de zuivering overblijvende vloeibare of gasvormige bijprodukten vormen een grote hoeveelheid afval, die veelal geloosd wordt en daardoor een grote belasting voor het milieu vormt (b.v. de lozing van zwaveldioxide door o.a. de petrochemische industrie leidt tot verzuring van de neerslag, → zure regen). Het is dan ook gewenst dat deze bijprodukten verwerkt worden; als dat niet mogelijk is, dienen zij opgeslagen te worden als chemisch afval.

Niet alleen de bijprodukten van de chemische industrie leveren nogal eens milieuproblemen op, ook de hoofdprodukten zelf. Immers die produkten komen in de een of andere vorm in het milieu terecht, sommige direct (o.a. bestrijdingsmiddelen), andere als afval (b.v. plastics). Deze produkten zijn soms giftig of slecht afbreekbaar en kunnen dan een milieuprobleem opleveren. Voor sommige giftige chemische stoffen waaraan grote bezwaren kleven, zal de industrie vervangingsprodukten moeten ontwikkelen, die dezelfde eigenschappen hebben als de oude, zonder de nadelige effecten, en die bij voorkeur niet duurder zijn. Voorbeelden van alternatieve stoffen die gezocht zouden moeten worden zijn: chroomvrije looistoffen voor de lederindustrie; papierpigmenten; lakken die weinig of geen oplosmiddelen bevatten. Om aan te geven welke stoffen bij voorkeur niet of absoluut niet in het milieu mogen terechtkomen, heeft de EG de grijze resp. zwarte lijst opgesteld. Daarnaast heeft de EG ook een lijst samengesteld van giftige of gevaarlijke stoffen (→ chemisch afval).

De omzet van de Ned. chemische industrie, waarin 96000 mensen werkzaam zijn, bedroeg in 1979 f 27 mrd.; daarvan was 88,1 % afkomstig van de export. De chemische industrie nam 13,8 % van de totale industrie voor haar rekening.

Ook België, waar de chemische industrie in 1978 in Vlaanderen nog altijd voor 55600 arbeidsplaatsen zorgde, in Brussel voor 18700 en in Wallonië voor 17200, heeft af te rekenen met de gevolgen van de sterke stijging van de produktiekosten.

Hoeveelheid niet-verwerkbaar chemisch bedrijfsafval.

soort afval hoeveelheid t/jaar katalysatorrestanten 500 fosfaatslib 500 industrieel rioolslib 400 000 slib kunstzijdefabricage 12 000 shredder-stof 60 000 spuitcabinerestanten 72 300 verfafbijtrestanten 400 verfslib 1 000 leder(looi)afval 13 000 fluorideslib 1 000 metaalslib 2 000 straalslakken 15 000 boorafval 15 000 industrieel verbrandingsslak en as 6 700 asbestafval 1 000 hardingszouten 100 destillatieresidu chemische wasserijen 1 600 smeltzouten 5 000 bitumenafval 3 000 afvalzwavel 5 000 lettersoldeerslak en bariumsulfaat 2 000 teerafval chloorbereiding 200 metaalafval uit elektro-ovens 3 000 arseen uit zinkovens, verontreinigde polyfosfaten, asbestcement, jarosiet 130 000 afvalgips 2 000 000 verwerkbaar chemisch afval 700 000 Veel voorkomende vaak kleine bedrijven waar chemisch afval kan vrijkomen.