Gepubliceerd op 01-12-2020

algenbloei

betekenis & definitie

massale ontwikkeling van een of enkele algen, waardoor het water een voor die soort(en) karakteristieke kleur aanneemt. Het aantal individuen per liter water kan bij algenbloei gemakkelijk 10 mln. of meer bedragen (tot 200 mln. individuen per liter).

Algenbloei kan optreden in wateren met een hoog gehalte aan voedingsstoffen.Factoren die algenbloei bevorderen zijn: organische verontreiniging (lozing van huishoudelijk, industrieel en agrarisch afvalwater), plotselinge temperatuurverhoging en geringe waterbeweging. Deze factoren bevorderen de groei(snelheid) van een of enkele algensoorten, waardoor andere verdwijnen of sterk worden teruggedrongen. De levensgemeenschappen die van nature in zo’n water thuishoren, veranderen geheel van samenstelling en worden eenvoudiger van opbouw. Algenbloei kan een natuurlijk verschijnsel zijn, b.v. de ‘red tides’ aan de westkant van ZuidAmerika of de bloei in het Nagoeroemeer in Kenia. Ook het lichten van de zee en het roodkleuren van gletsjers worden veroorzaakt door massale ontwikkeling van algen. Meestal zijn het echter onnatuurlijke, door de mens veroorzaakte omstandigheden die leiden tot een algenbloei, zoals in vele plassen in West-Nederland: de Langeraarse Plassen, het Alkmaarder Meer, de Sloterplas (Amsterdam), de Randmeren, de meren en kanalen in Friesland.

Bij algenbloei zijn vooral kiezelwieren, blauwwieren, flageldragende groenwieren, oogwieren en dinoflagellaten betrokken. Algenbloei veroorzaakt een aantal voor mens en dier schadelijke effecten. Overdag ontstaat een geweldige overproduktie aan zuurstof, zoveel zelfs dat dit gas als belletjes uit het water verdwijnt; ’s nachts kan het water zuurstofarm worden door ademhaling en afbraak van algen en waterdieren, van dood organisch materiaal en van chemische stoffen. Ook kan door een massale afbraak van deze geweldige hoeveelheid algen een giftige concentratie zwavelwaterstof ontstaan. De gevolgen daarvan zijn: sterfte van vele waterbewoners; smaakbederf en vergiftiging van drinkwater voor mens en dier (vee); verstopping van filters en buizen in drinkwaterbedrijven. Door de wind opgewaaide en afstervende drijvende (blauw)algen veroorzaken stank en (plaatselijk) zuurstofgebrek en beletten het zwemmen, vissen en varen (ethisch aspect); daarnaast bestaat een vergrote kans op het optreden van botulisme.

Zwemmers en baders kunnen eczeem, jeuk en andere huidaandoeningen oplopen (milieuhygiënisch aspect). De groei van waterplanten wordt belemmerd doordat er te weinig licht in het water kan doordringen. Algenbloei doet tevens paai-, eierafzet- en vluchtmogelijkheden voor vele waterdieren verdwijnen (vissen, salamanders, waterinsekten, slakken, bloedzuigers, platwormen). Draadwierbloei is schadelijk voor visbroed, dat tussen de draden van deze algen verstrikt raakt.

Ook onttrekken deze wieren veel voedingszouten aan het water. Sommige blauwwieren en kiezelwieren kunnen bij bloei visnetten verstoppen. Bloei van sommige kleinere kiezelwieren kan een massale sterfte onder vislarven in het voorjaar veroorzaken, doordat zij zich vasthechten in de kieuwen. De kiezelwieren produceren daar vrije zuurstof, die de vislarven niet kunnen opnemen. De vislarven worden door de zuurstof naar het wateroppervlak gestuwd en sterven daar, omdat zij alleen zuurstof kunnen opnemen die in water is opgelost.

Er worden mechanische en chemische maatregelen ter voorkoming en bestrijding van algenbloei onderscheiden. Mechanische maatregelen zijn o.a. het water zowel horizontaal als verticaal in beweging brengen, doorspoelen met niet-verontreinigd water en uitbaggeren van het waterbekken. Chemische maatregelen zijn het toedienen van verantwoorde hoeveelheden van chloor-, arseen-, ijzer-, aluminium- of koperverbindingen. Vooral met ijzerionen kan men de algen laten uitvlokken, alsmede een deel van het in het water opgeloste fosfaat. Een van de voorwaarden van het ontstaan en van het doen voortduren van een algenbloei wordt zodoende weggenomen. In België komt algenbloei voor in de Noordzee door de bloei van de giftige Phaeocystis in het voorjaar, in de Spuikom te Oostende en in de handelsdokken. De meeste kanalen en stilstaande wateren in België zijn geëutrofieerd en kampen met problemen ten gevolge van algenbloei.

Ook de spaarbekkens in Vlaanderen en de drinkwaterreservoirs in Wallonië ondervinden de overlast ervan.