Verblijfplaats van een regerend vorst. Den Haag is sinds 1981, toen koningin Beatrix zich er met haar gezin vestigde, weer de officiële residentie.
Den Haag was al tijdens de Republiek stadhouderlijke residentie. Koning Lodewijk van Holland verplaatste zijn residentie en de zetel van zijn regering naar Amsterdam. De Soeverein Vorst maakte in 1813 van Den Haag zijn residentie. Sindsdien is Den Haag regeringszetel gebleven, hoewel in de Grondwet van 1814 Amsterdam als hoofdstad werd aangeduid. De koningen Willem I en III en de koninginnen Emma en Wilhelmina gebruikten paleis Noordeinde als winterverblijf; ’s zomers resideerden zij op paleis Het Loo in Apeldoorn. Koning Willem I resideerde tussen 1815 en 1830 ook in Brussel in het Koninklijk Paleis en ’s zomers in het paleis te Laken.
Koning Willem II maakte afwisselend gebruik van paleis Kneuterdijk in Den Haag en paleis Soestdijk in Baarn. Koningin Juliana onderbrak deze traditie door het hele jaar op paleis Soestdijk te blijven wonen. Bij officiële gelegenheden maakte zij wel gebruik van het paleis aan het Lange Voorhout of paleis Huis ten Bosch in Den Haag. Velen bleven echter Den Haag ook in deze periode als residentie zien.Zie ook hoofdstad >Kneuterdijk, paleis >Loo, Paleis Het >Noordeinde, > paleis Soestdijk, paleis.
