Gepubliceerd op 29-06-2020

Den Haag

betekenis & definitie

Regeringszetel, koninklijke residentie en hoofdstad van de provincie Zuid-Holland, ook wel ’s-Gravenhage genoemd. Den Haag is al eeuwenlang innig verbonden met het Huis Oranje-Nassau.

In Den Haag en omgeving zijn diverse paleizen, woonhuizen en landgoederen te vinden die worden of werden gebruikt door de familie Oranje-Nassau. Belangrijke onderdelen van de hofhouding, zoals de Koninklijke Stallen en het Koninklijk Huisarchief, zijn ook in de stad ondergebracht. In Den Haag zijn beide Kamers van het parlement gehuisvest, evenals alle ministeries, de Raad van State en de meeste ambassades.De geschiedenis van Den Haag begint met het besluit van Willem II (1228-1256), graaf van Holland, een kasteel te bouwen in die Hage. Willems zoon Floris V legde met de bouw van de ‘grote zale’, de huidige Ridderzaal, de grondslag voor het latere Binnen- en Buitenhof alsmede voor het dorp van die Hage.

Het Binnenhof werd regelmatig bewoond door achtereenvolgende stadhouders. In de 16e eeuw raakte het dorp in verval. De Staten van Holland besloten op 31 december 1576 in het vervolg hun vergaderingen in Den Haag te houden. Zij voerden als motief aan dat zij wilden vergaderen in een niet-stemhebbende plaats. Daarna keerde het tij voor Den Haag en groeide het Binnenhof uit tot het regeringscentrum van de Republiek. Na de dood van prins Willem I in 1584 vestigde zijn zoon Maurits zich als stadhouder op het Binnenhof.

Vooral onder prins Frederik Hendrik was de stad het centrum van een omvangrijk hofleven. Na het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672) betekende het vertrek van koning-stadhouder Willem III naar Engeland (1688) wederom het tijdelijke einde van de positie van de stad als feitelijke stadhouderlijke residentie (tot 1747).

Ten tijde van de patriottische opstand in 1785 verloor prins Willem V de militaire controle over de stad en moest hij met zijn gezin tijdelijk uitwijken. Twee jaar later werd zijn gezag hersteld met behulp van Pruisen.

De Franse inval van 1795 leidde tot zijn definitieve vertrek. Op 18 januari vertrok hij vanaf Scheveningen naar Engeland. De stadhouderlijke paleizen Huis ten Bosch en Noordeinde werden daarop staatsbezit. In paleis Huis ten Bosch werd de Nationale Konstgallery gevestigd, het eerste museum van Nederland, met schilderijen uit de collectie van prins Willem V. Deze schilderijen werden later door koning Willem I aan de staat geschonken en zijn sinds 1822 ondergebracht in het Mauritshuis. De voormalige stadhouderlijke bibliotheek vormde de grondslag voor een nationale bibliotheek, die van koning Lodewijk van Holland het predikaat ‘koninklijk’ kreeg (de Koninklijke Bibliotheek). In 1806 werd Den Haag door koning Lodewijk verheven tot de rang van derde stad van het Koninkrijk Holland.

Na bijna twintig jaar ballingschap arriveerde prins Willem Frederik in november 1813 in Scheveningen. In 1814 opende hij in de Trèveszaal voor het eerst de buitengewone vergadering van de Staten-Generaal, een jaarlijkse traditie die later Prinsjesdag is gaan heten. Tot 1830 zetelde de vorst beurtelings in Den Haag en Brussel. Na de onafhankelijkheid van België bleef Den Haag als het enige Nederlandse regeringscentrum over. In de negentiende eeuw nam Den Haag zowel in betekenis als in inwonertal snel toe. Vooral door de mecenasrol van koning Willem II en koningin Sophie, de eerste vrouw van Willem III, werd het een cultureel en artistiek centrum.

Willem II was bijvoorbeeld in de jaren ’40 eigenaar van de Nieuwe Haagsche Schouwburg, die werd omgedoopt tot Koninklijke Schouwburg. De Franse opera en het Nederlandse toneel kwamen tot grote bloei. Latere Oranjes gebruikten Den Haag eveneens als residentie, al waren Willem III en Wilhelmina ’s zomers woonachtig op Het Loo en betrokken Juliana en Bernhard paleis Soestdijk.

In 1917 liet koningin Wilhelmina een houten landhuis in de Oostduinen bouwen dat De Ruygenhoek heette en waar zij graag verbleef. Het brandde in 1983 af. De koninklijke buitenverblijven Buitenrust en Rustenburg aan de Scheveningseweg moesten begin 20e eeuw wijken voor de bouw van het Vredespaleis. In 1981 werd Den Haag door de verhuizing van koningin Beatrix met haar gezin naar Huis ten Bosch weer koninklijke residentie. Haar drie zonen genoten er hun middelbare opleiding op het Eerste Vrijzinnig Christelijk Lyceum.

Erfgoed Den Haag is zeer ruim bedeeld met gebouwen en bouwwerken die in verband staan met de Oranjes. Het oudste is het Binnenhof. Momenteel heeft de koningin twee Haagse paleizen tot haar beschikking: Noordeinde (werkpaleis) en Huis ten Bosch (woonpaleis). Paleizen die niet meer als zodanig bij de koninklijke familie in gebruik zijn, zijn paleis Kneuterdijk (thans Raad van State), paleis Lange Voorhout (nu Museum Het Paleis) en het Paleis aan het Plein (onderdeel van de Tweede Kamer). Toen koningin Wilhelmina na de Tweede Wereldoorlog uit Londen terugkeerde, vond ze het ongepast om meteen in het grote Noordeinde te gaan wonen waar de Duitsers hadden gezeten. Daarom woonde ze enige tijd aan de Nieuwe Parklaan 110.

Op nummer 112 en 114 werden de administratieve diensten en de hofhouding gevestigd. In 1977 onthulde koningin Juliana in de voorgevel een gedenksteen die hieraan herinnert. In de paleistuin van Noordeinde bevindt zich de koepel van Fagel. Naast het paleis ligt met huisnummer 66 een pand uit 1757, dat koningin Emma in 1898 kocht. Het diende als secretariaat van prins Hendrik, prinses Juliana en prins Bernhard. Juliana verkocht het in 1993 aan prins Willem-Alexander, die er woonde tot zijn verhuizing naar Wassenaar in 2003. Het huis is nog in gebruik bij het secretariaat van de prins.

Het Kabinet der Koningin is gevestigd aan de Korte Vijverberg 3. Ook het Koninklijk Huisarchief en de Koninklijke Stallen bevinden zich in de Haagse binnenstad. In de Grote of St. Jacobskerk hebben zich tal van belangrijke koninklijke gebeurtenissen afgespeeld: Wilhelmina, Juliana, Margriet en Constantijn zijn er getrouwd. Beatrix, Willem-Alexander, Catharina-Amalia en andere Oranjetelgen zijn er gedoopt. In de Kloosterkerk werd het huwelijk voltrokken tussen Frederik Hendrik en Amalia van Solms.

Koningin Beatrix woont er regelmatig de dienst bij. De voormalige Willemskerk was oorspronkelijk een manege die Willem II in zijn geliefde tudorstijl had laten bouwen. Willem III schonk het gebouw aan de Haagse hervormde gemeente, die er een kerk van maakte. Zowel Wilhelmina als Juliana is er gedoopt. De Waalse kerk heeft eveneens een sterke band met het koningshuis, die wordt geïllustreerd door een in 1814 geplaatste hofbank.

In 1827 gaf koning Willem I zijn vrouw Wilhelmina voor haar verjaardag een paviljoen aan zee cadeau. Het kreeg later de bijnaam Paviljoen Von Wied, naar zijn kleindochter Marie van Wied. Den Haag is rijk bedeeld met koninklijke standbeelden en andere beelden die naar de Oranjefamilie verwijzen: Willem van Oranje staat op het Plein en als veldheer te paard bij paleis Noordeinde. Aan Louise de Coligny herinnert een gedenksteen aan de muur van de Prinsessetuin aan de Prinsessewal en een monument op de Koningin Marialaan. In Scheveningen staat een gedenknaald ter herinnering aan de landing van de Prins van Oranje in 1813. Ter herinnering aan het herstel van de onafhankelijkheid in 1813 werd in 1869 op Plein 1813 een monument onthuld.

Willem I staat erop afgebeeld terwijl hij de eed op de nieuwe grondwet aflegt. Een ruiterstandbeeld van koning Willem II staat op het Buitenhof. Het is een replica van het origineel dat in Luxemburg staat. Een gebeeldhouwde Anna Paulowna zit op een bankje op het naar haar vernoemde pleintje.

In 1959 werd aan de Lange Voorhout een herinneringsbank voor koningin Emma onthuld. Voor haar is ook in 1905 een gedenknaald verrezen op het Regentesseplein en in 1936 een kalkstenen beeld in het Rosarium aan het Jozef Israelsplein, dat in 2001 door een bronzen beeld werd vervangen. Een beeld van een onverzettelijke koningin Wilhelmina, door Charlotte van Pallandt, staat vlak bij paleis Noordeinde. Aan de Hofvijver staat een zuil met een goudkleurige bal en ooievaar, ter nagedachtenis van ‘de 25-jarige regering van koningin Wilhelmina’. In 1988 onthulde prinses Juliana een manshoog beeld van prins Bernhard op 25-jarige leeftijd bij het hoofdkwartier van de Koninklijke Luchtmacht aan de Binckhorstlaan.

Miniatuurstad Madurodam had van 1952 tot 1980 prinses Beatrix als ‘burgemeester’.