Lodewijk (Louis) Bonaparte; geboren in op 4 september 1778 in Ajaccio, Corsica; overleden op 24 juli 1846 in Livorno in het tegenwoordige Italië; Koning van Holland (1806-1810), Graaf van Saint-Leu sinds 1810. Gehuwd met Hortense de Beauharnais; 3 zonen: Napoleon Lodewijk Karel (1802), Napoleon Lodewijk (1804) en Karel Lodewijk Napoleon (1808).
Lodewijk was een jongere broer van de Keizer der Fransen, Napoleon I. Het pionierswerk van Lodewijk in zijn rol als Nederlands monarch heeft ongetwijfeld een positief effect gehad op de acceptatie van Willem I als koning na de Franse tijd.
Vanaf zijn elfde was Lodewijk beschermeling van zijn oudere broer Napoleon. Hij nam onder andere deel aan diverse Italiaanse veldslagen en aan de Egyptische veldtocht van 1798. Op 4 januari 1802 trouwde Lodewijk op aandringen van Napoleon met Hortense de Beauharnais, dochter uit een eerder huwelijk van Napoleons eerste vrouw Joséphine de Beauharnais. Het huwelijk was niet gelukkig, vanaf 1810 leefden zij gescheiden van elkaar. Samen kregen zij drie zonen; hun oudste zoon overleed al in 1807.
In 1804 werd Lodewijk benoemd tot generaal. Een jaar later begon hij in opdracht van zijn broer in de Lage Landen met de vorming van een Noordelijk legerkorps bestaande uit zes Franse divisies en het leger van de Bataafse Republiek. Na de slag bij Austerlitz (1805) stuurde hij een deel van de troepen weer naar Frankrijk en vertrok hij om geruchten te ontkrachten over een aanstaand koningschap en omdat hij zich niet te zeer voor het karretje van zijn broer wilde laten spannen zelf ook uit de Bataafse Republiek. Bij aankomst in Straatsburg werd hij hiervoor openlijk berispt door Napoleon. Napoleon had het plan opgevat om Lodewijk daadwerkelijk aan te stellen als Koning van Holland.
Deze ambieerde echter Genua of Piemonte. Napoleon zette door en op 5 juni 1806 werd Lodewijk in Parijs als Koning van Holland geïnstalleerd, na een afgedwongen verzoek van een Bataafse delegatie.
Op 23 juni werden koning Lodewijk en zijn vrouw plechtig ingehaald in Den Haag. Zij vestigden zich in eerste instantie in Huis ten Bosch. Napoleon eiste absolute trouw en gehoorzaamheid van zijn broer. Deze streefde echter naar een eigen invulling van zijn koningschap en naar een meer onafhankelijke positie ten opzichte van het Keizerrijk. Hij wilde vooral koning van en voor de Hollanders zijn. Hij deed ook op zichzelf bewonderenswaardige maar vaak geridiculiseerde pogingen om Nederlands te leren.
Bekend in dit verband is de manier waarop hij volgens de overlevering zijn eigen titel uitsprak: ‘konijn van Olland’. In oktober 1807 vestigde het koninklijke hof zich in een paleis aan de Wittevrouwenstraat in Utrecht. In het voorjaar van het jaar daarna werd het Amsterdamse stadhuis in gebruik genomen als koninklijk paleis. Als buitenverblijven gebruikte de koning paleis Soestdijk, paleis Het Loo en Paviljoen Welgelegen in Haarlem. Ook verwierf hij landgoed Amelisweerd bij Utrecht.
Op 12 januari 1807 ontplofte in Leiden een kruitschip, wat 151 doden en een grote ravage tot gevolg had. Door een bezoek aan het rampgebied en actieve bemoeienis bij de hulpverlening kreeg Lodewijk een zekere populariteit onder de bevolking. Ook zijn bezoek aan de Betuwe na een grote overstroming in 1809 droeg daartoe bij.
In de loop der jaren werd de verstandhouding tussen Lodewijk en zijn oudere broer steeds slechter. De koning kwam in de ogen van Napoleon te veel op voor de belangen van zijn onderdanen. Zo voelde Lodewijk niets voor de instelling van militaire dienstplicht en weigerde hij om streng toe te zien op handhaving van het Continentaal Stelsel dat handel met Engeland verbood.
In 1808 bood Napoleon zijn broer de Spaanse troon aan, zodat de keizer zijn eigen macht in de Lage Landen zou kunnen verstevigen. Lodewijk weigerde echter en bleef in Holland. Na de landing van Engelse troepen op Walcheren in de zomer van 1809 riep Lodewijk Franse hulp in. In januari 1810 werd Walcheren bij het Franse Keizerrijk ingelijfd, waarna het gehele grondgebied ten zuiden van de Waal volgde. In maart 1810 werd Lodewijk onder dreiging van annexatie gedwongen om een verdrag te tekenen met Napoleon dat de onafhankelijkheid van Holland verder ondermijnde. Hij moest onder meer toestaan dat Holland onder Frans douanetoezicht werd geplaatst en dat Franse soldaten de riviermondingen zouden bewaken.
Een opstootje in Amsterdam in mei was de aanleiding voor de definitieve breuk tussen de broers. De Franse legers rukten op naar het noorden en bezetten op 24 juni Amsterdam. Op 1 juli trad Lodewijk terug ten gunste van zijn dan oudste zoon, Napoleon Lodewijk (koning Lodewijk II). Het bericht van de troonsafstand bereikte Napoleon pas na enkele dagen, waarna het Koninkrijk Holland door de keizer werd ingelijfd.
Lodewijk vertrok daarop naar Bohemen, waar hij zich als Graaf van Saint-Leu vestigde. In de eerste jaren na zijn abdicatie poogde hij vergeefs de Hollandse troon te herwinnen. Na korte tijd in Zwitserland te hebben verbleven, ging hij in ballingschap in Florence in Italië. Op 24 juli 1846 overleed hij in Livorno. Zijn zoon Napoleon Lodewijk II was al in 1831 gestorven. Zijn andere zoon Karel Lodewijk Napoleon zou later als Napoleon III keizer der Fransen worden (1852-1870).