Paleis, gelegen in het Haagse Bos aan de noordoostelijke rand van Den Haag, sinds 1981 ‘woonpaleis’ van koningin Beatrix. Het paleis is een van de drie paleizen (naast paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis Amsterdam) die door het Rijk aan de Koning ter beschikking zijn gesteld.
Het aanvankelijk Oranjezaal geheten gebouw verrees tussen 1645 en 1651 als buitenverblijf voor stadhouder Frederik Hendrik en zijn gemalin Amalia van Solms. De schepping van stadhouderlijk architect Pieter Post bestond uit een compact landhuis naar Italiaans voorbeeld met als centraal element een grote zaal met een lichtkoepel. De eerste steen werd in 1645 gelegd door Elisabeth Stuart, weduwe van de verdreven koning van Bohemen, Frederik V van de Palts (de ‘Winterkoning’). Na de dood van prins Frederik Hendrik in 1647 besloot zijn weduwe Amalia van het paleis een mausoleum voor haar gemaal te maken. Onder leiding van de architect-schilder Jacob van Campen voorzagen vooraanstaande schilders de centrale Oranjezaal van grote wandschilderingen, die de verheerlijking van het leven van ‘Stedendwinger’ Frederik Hendrik tot onderwerp hebben. De grootste schildering, De triomf van de prins en de afdaling van de vrede is van de hand van Jacob Jordaens.
In de zaal werkten verder onder anderen Gerard van Honthorst, Theodoor van Thulden, Jan Lievens en Van Campen zelf. Prinses Amalia overleed in 1675. Het paleis kwam hierop in gemeenschappelijk bezit van haar dochters. Albertine Agnes, de enige dochter die (als vrouw van de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau) ook in de Republiek woonde, verkocht het vruchtgebruik in 1686 aan stadhouder Willem III. Na het kinderloos overlijden van Willem III in 1702 erfde de Pruisische koning als nazaat van Frederik Hendrik het paleis. Hij gaf het in 1732 echter terug aan het Huis Nassau, in de persoon van de Friese stadhouder die als Willem IV stadhouder van de hele Republiek zou worden.
Deze besloot tot een ingrijpende verbouwing. De eerste fase daarvan (1734-1737) werd uitgevoerd door de uit Frankrijk afkomstige architect Daniël Marot, de tweede fase (1751-1754) door Pieter de Swart. Marot voorzag het paleis van een noordelijke (Leidse of Wassenaarse) en zuidelijke (Haagse) vleugel, verving de 17e-eeuwse interieurs, verbouwde de westgevel en verhoogde de koepel; het paleis kreeg in deze periode in grote lijnen zijn huidige uiterlijk. Stadhouder Willem V en zijn gemalin Wilhelmina van Pruisen verbleven vaak op Huis ten Bosch, zoals het paleis nu wordt genoemd. In 1772 werd hier erfprins Willem Frederik geboren, de latere koning Willem I. De Franse machthebbers confisqueerden het paleis in 1795 en schonken het aan de nieuwe staat, de Bataafse Republiek.
Deze vestigde er een Nationale Konstgallery in, waar schilderijen werden getoond uit de stadhouderlijke collectie. Daarna was het gebouw achtereenvolgens de residentie van raadpensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck, koning Lodewijk van Holland en de Franse gouverneur-generaal Charles Lebrun. Vanaf het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden is het paleis met tussenpozen door leden van het Koninklijk Huis bewoond. Koning Willem I maakte er geregeld gebruik van. Koningin Sophie, de eerste vrouw van koning Willem III, was erg aan Huis ten Bosch gehecht en verbleef er sinds 1855, toen zij gescheiden van haar echtgenoot ging leven, altijd gedurende de zomer. Op 3 juni 1877 overleed koningin Sophie op het paleis.
Koningin Wilhelmina stelde Huis ten Bosch in 1899 op verzoek van de ministerraad tegen haar zin beschikbaar voor de Eerste Haagse Vredesconferentie, een initiatief van de Russische tsaar Nicolaas II. Wilhelmina gaf de voorkeur aan Het Loo als zomerresidentie, maar koos ook wel voor Huis ten Bosch als de omstandigheden niet toestonden dat zij Den Haag verliet, zoals gedurende de Eerste Wereldoorlog en in de jaren 1939-1940. De Duitse bezetter heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog overwogen het paleis af te breken omdat het op het tracé van een te graven tankgracht lag, maar heeft hier uiteindelijk van afgezien. In de jaren 1950-1956 is de oorlogsschade hersteld. De nieuwe aanplant in de tuin was een geschenk van het Nederlandse volk ter gelegenheid van het 12,5-jarig huwelijk van koningin Juliana en prins Bernhard. Tijdens de regeerperiode van koningin Juliana ontstond de traditie dat een nieuw kabinet zich samen met de vorstin liet fotograferen op de grote trap aan de westzijde van het paleis.
Later werd daarvoor vaker paleis Noordeinde gebruikt. In 1969 maakte koningin Juliana bekend dat prinses Beatrix Den Haag als toekomstige residentie had gekozen. Huis ten Bosch zou haar woonpaleis worden. Met het oog daarop is het paleis tussen 1977 en 1981 verbouwd. In de Wassenaarse vleugel zijn de privé-vertrekken ingericht; de Haagse vleugel is gastenverblijf en het centrale deel is bestemd voor representatieve doeleinden. In de tuinen aan de westzijde van het paleis werden een zwembad en een atoomschuilkelder aangelegd.
Het paleis speelde vaak een centrale rol in het gezinsleven van de koninklijke familie. Het was op de bevroren vijver in de tuin aan de oostzijde van het gebouw dat Willem-Alexander, de Prins van Oranje, op 19 januari 2001 de Argentijnse Máxima Zorreguieta ten huwelijk vroeg. In december 2000 werd in Huis ten Bosch de verloving aangekondigd van prins Constantijn met Laurentien Brinkhorst, in juni 2003 die van prins Johan Friso met Mabel Wisse Smit. Het exterieur van Huis ten Bosch vertoont aan de westelijke zijde de kenmerken van de late barokstijl van Marot; het centrale deel heeft een witgepleisterde gevel met pilasters, bekroond door Ionische kapitelen. Aan de achterzijde en zijkanten van het centrale deel domineren nog de oorspronkelijke bakstenen gevels in de Hollandse barokstijl van Post. Behalve de in 2000-2001 gerestaureerde Oranjezaal bezit het paleis nog een aantal uiterst waardevolle interieurs: de met uitbundig stucwerk versierde Witte Eetzaal, ontworpen door Marot, de Chinese Zaal met schilderingen op rijstpapier (18e eeuw) en de Japanse Zaal met een kostbare wandbespanning (eind 18e eeuw, gerestaureerd in 1997). Paleis Huis ten Bosch is virtueel te bezichtigen via www.koninklijkhuis.nl.Zie ook paleis.