duidt op de aanwezigheid van geestelijke activiteit: in de natuur werken krachten, alleen de mens heeft macht over iets of iemand. De ongehoorde groei van deze menselijke macht over natuur en medemens dwingt om bovenal in onze tijd een christelijk ethos der macht te doordenken.
Uitgangspunt zal daarbij steeds moeten zijn de opdracht van de mens om als beeld Gods door het uitoefenen van macht juist Gods vertegenwoordiger en leenman op deze aarde te zijn. Norm is daarbij de almacht Gods, waarvan elke menselijke macht, die zich aan Hem onderworpen weet, een uitstraling is.
En deze macht van de drie-ene God is een zedelijke grootheid: zij wordt gericht door een oneindige wijsheid en een puur wegschenkende liefde.De duivel tracht vanaf den beginne de mens te verleiden tot een eigenmachtig grijpen naar macht (Gen. 3), waardoor de uitoefening der macht demonisch verwordt (Kaïn! zie bijv. ook Machiavelli). In Christus echter is ook de macht verlost. Nooit verscheen een mens op aarde, die met een zo universele volmacht en gezag was uitgerust. Hij echter hanteerde haar nooit ten eigen voordeel (de bekoringen in Matth. 4!), nergens destructief, doch overal helend en dienend. Slechts door de overgave van het kruis heen door een uiterste van schijnbare machteloosheid werd Hij tot de Heer, aan wie alle macht in de hemel en op aarde toekomt (Phil. 2 : 6 vv.). Slechts op deze wijze, als een delen in de macht des Vaders, zoals deze zich in Christus heeft geopenbaard en door de kracht des Geestes wordt uitgeoefend, mag er gesproken worden over en gehandeld vanuit de volmacht der Kerk. ,,Wie groot wil worden onder u, zal uw dienaar zijn” (Marc. 10 : 43). En ook de macht in de wereld werkt slechts positief en verlossend, voor zover er de wijze, waarop Christus Heer der wereld wil zijn, in naar voren treedt.
Vanuit het geloof in Christus wordt de hoop geboren, dat ook de moderne ontwikkeling der techniek zegen kan spreiden. Door Hem immers is in beginsel alle macht verlost. Het zou anderzijds een grove onderschatting der gevaren betekenen, indien men het vraagstuk der machtsuitoefening alleen met persoonlijk goede bedoelingen te lijf wilde gaan. Macht is een bij uitstek sociaal verschijnsel; haar beheersing zal nieuwe gemeenschapsstructuren vragen, welke zelf weer een belichaming vormen van een eigentijds gemeenschapsethos. (zie ook Theocratie).
j. w.