• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

    1 2 3 4 5 6 7 8 ... 632 633 634
  • (Iemand) een oorvijg krijgen (geven, verkopen) (spreekwoord)
  • (Iemand) een op frisser krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een opdoffer geven (krijgen) (spreekwoord)
  • (Iemand) een opdonder krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een opflikker krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een oplawaai krijgen (geven, verkopen) (spreekwoord)
  • (Iemand) een oplazer krijgen (geven, verkopen) (spreekwoord)
  • (Iemand) een opsodemieter krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een opstopper krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een pak (dracht) slaag krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een pak op zijn duivel krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een pak op zijn huid geven (krijgen) (spreekwoord)
  • (Iemand) een pak op z’n bliksem krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een pak ransel krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een pak voor de broek krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een pak voor de kont krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een por krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een smeer uit de pan krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een tip krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) een watjekou krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn bakkes krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn bast krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn donder krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn falie krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn flikker krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn hersens geven (krijgen) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn kop krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn lazerij krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn mieter krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn ribbekast krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn salamander krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn smoel krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn sodemieter krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn tabberd krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn tabernakel krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn test krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn wammes krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op zijn ziel krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op z’n baadje krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) op z’n batterij krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Iemand) voor zijn gat krijgen (geven) (spreekwoord)
  • (Kring) VRAP (afkorting)
  • (Lang) onder water zijn (blijven) (spreekwoord)
  • (Last van) een kater hebben (spreekwoord)
  • (Lelijk) op zijn neus kijken (spreekwoord)
  • (Licht) geraakt zijn (spreekwoord)
  • (Lustig) op zijn bochel krijgen (spreekwoord)
  • (Met alle geweld) zijn zin door drijven (spreekwoord)
  • (N)ergens voor terugdeinzen (spreekwoord)
  • (N)iemand iets in de weg leggen (spreekwoord)
  • (N)iets af schuiven (spreekwoord)
  • (N)iets om handen hebben (spreekwoord)
  • (N)iets te bikken hebben (spreekwoord)
  • (Niet) aan zijn doel beantwoorden (spreekwoord)
  • (Niet) alles voor zoete koek opeten (spreekwoord)
  • (Niet) bij de pakken neerzitten (spreekwoord)
  • (Niet) bij zijn volle verstand zijn (spreekwoord)
  • (Niet) de minste willen zijn (spreekwoord)
  • (Niet) eenkennig zijn (spreekwoord)
  • (Niet) getapt zijn (spreekwoord)
  • (Niet) haatdragend zijn (spreekwoord)
  • (Niet) in de haak zijn (spreekwoord)
  • (Niet) in de stemming zijn (spreekwoord)
  • (Niet) in goede aarde vallen (spreekwoord)
  • (Niet) in het hoofd opkomen (spreekwoord)
  • (Niet) in iemands kraam te pas komen (spreekwoord)
  • (Niet) in tel zijn (spreekwoord)
  • (Niet) kieskeurig zijn (spreekwoord)
  • (Niet) komen opdagen (spreekwoord)
  • (Niet) kunnen lijden (spreekwoord)
  • (Niet) maltentig zijn (spreekwoord)
  • (Niet) met zich laten sollen (spreekwoord)
  • (Niet) met zijn tijd meegaan (spreekwoord)
  • (Niet) naar de vleze gaan (spreekwoord)
  • (Niet) op een eiland zitten (spreekwoord)
  • (Niet) op het appèl verschijnen (spreekwoord)
  • (Niet) op iemands weg liggen (spreekwoord)
  • (Niet) op zijn gemak zijn (spreekwoord)
  • (Niet) opgehelderd zijn (spreekwoord)
  • (Niet) opgevallen zijn (spreekwoord)
  • (Niet) over een woord vallen (spreekwoord)
  • (Niet) scheutig zijn (spreekwoord)
  • (Niet) scrupuleus zijn (spreekwoord)
  • (Niet) sikkeneurig zijn (spreekwoord)
  • (Niet) tegen elkaar opwegen (spreekwoord)
  • (Niet) van de hemelse dauw kunnen leven (spreekwoord)
  • (Niet) veel op hebben met iemand (iets) (spreekwoord)
  • (Niet) voor de wind gaan (spreekwoord)
  • (Niet) voorhanden zijn (spreekwoord)
  • (Niet) vrij-uit gaan (spreekwoord)
  • (Niet) waterdicht zijn (spreekwoord)
  • (Niet) weten waar de schoen wringt (spreekwoord)
  • (Nog niet) op streek zijn (spreekwoord)
  • (Op zijn) zachtst genomen (spreekwoord)
  • (Plat) op de buik voor iemand liggen (spreekwoord)
  • (R. (afkorting)
  • (Recht) in zijn koeweide zijn (spreekwoord)
  • (SDU) (afkorting)
  • (Smoorlijk) verliefd zijn (spreekwoord)
  • (Stijf)koppig zijn (spreekwoord)

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Categorie
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren?
© 2025 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden