(Niet) kieskeurig zijn
‘Kieskeurig’ is een pleonastische uitdrukking, daar ‘kiezen’ en ‘keuren’ beide de betekenis hebben van: het beste uitzoeken, nauw letten op de eigenschappen. ‘Kieskeurig’ is dus hij, die zeer kies in het keuren of keurig in het kiezen is. ‘Kiezen’ heeft hier de betekenis van: smaken, proeven. In theologische stijl sprak men oudtijds van: Christus ‘koos’ de bittere dood des kruises. Vgl. Dichterlijke handschriften (VI) 1823, G. H. van Ysselstein, De wormstekige appel