Definities van Woordenboek voor praktische kennis in de Ensie A
- Aak (scheepvaart)
- Aal
- Aalgeer (visscherij)
- Aalmoezenier
- Aalstreep
- Aalt (landbouw)
- Aambeien (geneeskunde)
- Aamt (veeteelt)
- Aan den wind (zeilen)
- Aanbestoelen
- Aanbikken (boschwezen)
- Aanbinder (bouwkunde)
- Aandachtstreepje
- Aanhalen (rechten)
- Aanjuk (landbouw)
- Aanleg (rechten)
- Aanmonsteren (zeevaart)
- Aanrecht (bouwkunde)
- Aanschieten (bouwkunde)
- Aanspreker
- Aanstrijken (metselaar)
- Aantrede (bouwkunde)
- Aantrekken (bouwkunde)
- Aanvanger (glasfabriek)
- Aanwijzing (koophandel)
- Aanzetsteen (bouwkunde)
- Aar (bankwerk)
- Aardaker
- Aardboog (bouwkunde)
- Aarden baan
- Aardgas
- Aardgoed (tabaksbouw)
- Aardkunde
- Aardmannetjes
- Aardmeetkunde
- Aardolie
- Aardrups
- Aardverven
- Aardvlooien
- Aardwas
- Aarsmade (geneeskunde)
- Aartsbisschop
- Abdij
- Abeel
- Abel
- Achel (maat)
- Adamsappel
- Adelborst (zeewezen)
- Ademhalingsblaas (ontleedkunde)
- Aderbreuk (heelkunde)
- Aderdraad (electrotechniek)
- Aderspatten (geneeskunde)
- Adje (boeventaal)
- Admiraalzeilen
- Afbiljoenen
- Afdraaier (jacht)
- Affuit (krijgswezen)
- Afhaaien (verver)
- Afhouden (zeilen)
- Afhouder
- Afkalven
- Afkoken (keuken)
- Afleggers (boomkweekerij)
- Afmonsteren (zeevaart)
- Afschot (bouwkunde)
- Afstappersgeld (rechten)
- Afzaat (bouwkunde)
- Agaat
- Agger (scheepvaart)
- Aker
- Akker (landbouw)
- Akkermaalshout
- Aks
- Albast
- Alikruiken
- Alk
- Alkoof
- Allerzielen
- Alruin
- Alsem
- Altijddurende rente
- Aluin
- Aluinaarde
- Alver
- Alvleeschklier
- Alwarig
- Amandelpas (keuken)
- Ambacht
- Amber
- Ambrozijn
- Amerijtje
- Amfioen
- Amsterdamsch peil
- Amsterdamsche korstjes
- Anderdaagsche koorts
- Andreaskruis
- Anker
- Ankerkuil (visscherij)
- Ankerspil (scheepvaart)
- Ansjovis