Een overeenkomst, waarbij de uitleener een rente bedingt tegen betaling van een som ineens, welke hij aanneemt niet terug te zullen vorderen (art. 1807—11 B.W.). De schuldenaar kan echter wel de som aflossen, maar de partijen kunnen bedingen, dat dit niet binnen zekeren tijd mag geschieden.
Die tijd mag niet langer zijn dan tien jaar.Het recht op een altijddurende rente vererft en verschilt dus van een lijfrente. Altijddurende rente komt echter weinig voor.
