Heel veel dieren zijn uitgerust met wapens die deel uitmaken van hun lichaam. Voorbeelden zijn de scherpe tanden en klauwen van een tijger, de horens van een buffel, de giftanden van een slang en de angel van een bij.
De mens mist zulke natuurlijke wapens. Maar al duizenden jaren geleden wees het menselijke vernuft hem de weg naar het vervaardigen van kunstmatige wapens.
Tot de eerste wapens van de holenmens behoorden geslepen stenen, knuppels en speren met vuurstenen punten. De lange geschiedenis van het wapen vermeldt daarna allerlei vernuftige vindingen. Een paar ervan staan afgebeeld op de tekeningen bij dit artikel. In de Oudheid en de Middeleeuwen was de mens bewapend met bogen, pijlen, lansen, werpspiesen, pieken, sabels, hellebaarden, strijdbijlen, kruisbogen, messen en kromzwaarden om er slechts enkele te noemen.
De meeste van die wapens moesten het veld ruimen toen eeuwen geleden al het buskruit werd uitgevonden en op het strijdtoneel vuurwapens van velerlei soort verschenen. Ze waren nog primitief en droegen schilderachtige namen als donderbus en musket.
Na verloop van tijd werd het buskruit vervangen door krachtiger explosieven die gebruikt werden in bommen, raketten, mijnen, handgranaten en torpedo’s. De snelheid van de oorlog werd aanzienlijk verhoogd toen paarden en zeilschepen vervangen werden door vrachtwagens, tanks en stoomschepen. Nog hoger werd die snelheid door de komst van het vliegtuig en op zee kreeg de strijd een ander karakter door het verschijnen van de duikboot.
Een uiterst belangrijke stap in de geschiedenis van het wapen was de ontdekking van de kernsplitsing en de kernfusie die de vervaardiging mogelijk maakten van atoom- en waterstofwapens in de vorm van bommen, granaten en raketkoppen.
De meeste wapens uit het verleden waren bestemd voor het gevecht van man tegen man. De strijdenden waren te voet, reden te paard en in strijdwagens of bevonden zich aan boord van schepen die voortdurend probeerden elkaar zo dicht mogelijk te benaderen. Tegenwoordig speelt de strijd zich meestal af tussen vijanden die elkaar niet kunnen zien en in veel gevallen kilometers ver van elkaar zijn verwijderd. De meeste moderne wapens zijn namelijk lange-afstandswapens. De kroon wordt daarbij gespannen door de lange-afstandsraket met een gemiddeld bereik van niet minder dan 10.000 km.
Elk van onze verre voorouders was in staat een knuppel te hanteren of een speer te werpen naar zijn aanstormende vijand. Moderne wapens zijn veel moeilijker te bedienen. Zelfs de doodgewoonste soldaat moet geoefend worden in het gebruik van geweer en handgranaat ; de bediening van raketten en andere moderne wapens vergt een nog veel langere training. Zo’n training kost geld; nóg meer geld kosten de wapens die een soldaat in tijd van oorlog te bedienen krijgt. Op de begrotingen van elk land worden dan ook jaarlijks enorme bedragen uitgetrokken voor de
bewapening van leger, luchtmacht en marine met de modernste wapens; veel landen besteden bovendien reusachtige bedragen aan het zoeken naar nog sterkere, nog dodelijker wapens.
Weinig mensen zijn op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in de wapenindustrie. Nieuwe wapens behoren tot de grootste geheimen van een land en ze worden zo zorgvuldig mogelijk bewaakt. Pas als de volkeren een manier gevonden hebben om vreedzaam met elkaar te leven zal de moderne wapenrace tot het verleden gaan behoren.