Mist is eigenlijk niets anders dan bewolking, die zich op zeer geringe hoogte bevindt. Evenals wolken bestaat mist uit fijne waterdruppels, die in zulke grote aantallen voorkomen, dat ze het zicht belemmeren.
Mist kan erg gevaarlijk zijn; door het beperkte zicht gebeuren er tijdens mistperioden heel vaak ongelukken.Mist komt meestal voor in de buurt van grote watermassa’s. Over het algemeen koelt land sneller af dan water. Warme, vochtige lucht die zich van boven het water naar het land beweegt, wordt daar zeer snel afgekoeld. Als gevolg daarvan verandert een gedeelte van de waterdamp uit de lucht in kleine waterdruppels: mist. In grote steden en in industriegebieden vermengt de mist zich vaak met rookdeeltjes in de lucht. Op die manier ontstaat de beruchte ‘smog’ [van de Engelse woorden ‘smoke’ (rook) en ‘fog’ (mist)], die de ademhalingswegen kan aantasten.
Sommige steden zijn berucht om hun ‘smog’; Londen is er een van. Mist verdwijnt weer als de grond warmer wordt of als de wind de mistflarden verdrijft. Ook met open vuren is het mogelijk mistbanken te verdrijven. Gedurende de Tweede Wereldoorlog zijn er miljoenen guldens besteed om belangrijke vliegvelden mistvrij te houden.