De geschiedenis is het verhaal van het verleden, waarin aan de hand van voorbije gebeurtenissen verteld wordt hoe de moderne tijd is ontstaan. In de geschiedenis maken we kennis met personen en volkeren uit voorbije tijden; we ontdekken wat ze dachten en deden en wat er in de loop der tijden met hen gebeurde.
Het Verhaal van de Mens begon reeds lang geleden. Naar alle waarschijnlijkheid werd de aarde een miljoen jaar geleden al door primitieve mensen bewoond. Over die eerste geschiedenis van de mens weten we heel erg weinig; de bewoners van die tijd konden niet schrijven en waren daarom niet in staat ons geschreven berichten over hun wel en wee na te laten. Daarom wordt deze tijd vaak de prehistorie of voorgeschiedenis genoemd; van échte geschiedenis is eigenlijk pas sprake op het moment, dat er geschreven berichten beginnen te ontstaan.
Die ‘beschreven geschiedenis’ omvat slechts een klein hoofdstuk in het Verhaal van de Mens; pas de laatste 5000 jaar immers is de mens tot schrijven in staat. Alle gebeurtenissen uit de tijd van de ‘onbeschreven geschiedenis’ hebben we moeten reconstrueren aan de hand van gebruiksvoorwerpen, wapens, enz., die de vroegste mensen achterlieten.
De beschreven geschiedenis kan verdeeld worden in vier tijdperken: de Oudheid, de Middeleeuwen, de Nieuwe Geschiedenis (tot 1789) en de Nieuwste Geschiedenis (na 1789). De geschiedenis van de Oudheid verhaalt over de gebeurtenissen in de wereld tussen 3000 v. Chr. en de val van het Romeinse Rijk, nu ongeveer 1500 jaar geleden. De geschiedenis van de Middeleeuwen behandelt de 1000 jaar, die op de val van het Romeinse Rijk volgden. De Nieuwe Geschiedenis begon kort nadat Columbus de Nieuwe Wereld ontdekte en de Nieuwste Geschiedenis na de Franse Revolutie. Er zijn grote verschillen tussen de geschiedenis van de verschillende delen van de wereld.
De volkeren van het Nabije Oosten bijvoorbeeld konden al schrijven toen de bewoners van West-Europa nog in dierenvellen rondliepen en met knotsen en speren jacht maakten op de mammoet. En in de tijd, dat de nazaten van deze mammoetjagers wonderschone kathedralen bouwden, konden de inboorlingen van Midden-Afrika ternauwernood een wankele grashut opzetten.