Het idee om halmen en twijgen ineen te vlechten tot manden is al heel oud. Gedeelten van manden, die 6000 jaar geleden werden gevlochten, zijn teruggevonden in het zand van Egypte.
En waarschijnlijk werden er ook lang voor die tijd al manden gevlochten.Als we spreken over manden denken we aan korven, waarin we brood, bloemen, vis of was kunnen vervoeren. Eeuwenlang zijn manden echter ook voor andere doeleinden gebruikt. Er waren bijvoorbeeld manden, waarin . . . gekookt kon worden. Het is namelijk mogelijk een mand zó dicht te vlechten, dat er water in bewaard kan worden. In dat water kan weer voedsel gekookt worden door er voortdurend hete stenen in te gooien! Manden zijn ook lange tijd gebruikt als wiegen. Denk maar eens aan Mozes, die volgens het Bijbelverhaal in een mandje tussen het riet werd gezet en toen gevonden werd door een Egyptische prinses.
Manden kunnen ook dienst doen als hoed; ze zijn gebruikt om vis te vangen; om graan op te slaan en om meel te zeven. Heel grote manden zijn zelfs gebruikt als vaartuig.
In de mandenmakerij wordt o.m. gebruik gemaakt van bamboestengels, wilgentwijgen, boomwortels, lange stroken boombast en palmbladeren. Ook riet, gras en stro kunnen gebruikt worden voor het maken van manden.
De eenvoudigste manier om een mand te maken is stroken dun hout of boombast tot een mat te vlechten en deze mat vervolgens tot een mand te vormen. Veel gewone mandjes worden tegenwoordig langs machinale weg op die manier gemaakt. Betere manden ontstaan als men eerst een geraamte maakt in de vorm van de mand en in dit geraamte materiaal gaat vlechten.
Aanvankelijk vlocht de mens uitsluitend manden uit nuttigheidsoverwegingen. Later bekroop hem echter het verlangen ook mooie manden te maken. Veel Indianenstammen bijvoorbeeld stonden bekend om hun bijzonder fraaie mandemakerswerk. Sommige van hun produkten werden versierd met schelpen,
kralen of veren; andere droegen een patroon van gekleurd stro.
In Europa hebben vooral de Italiaanse en Spaanse mandemakers bekendheid gekregen om hun fraaie werkstukken. Het Nederlandse en Belgische mandemakerswerk is meestal uitsluitend bedoeld als gebruiksvoorwerp; het munt niet uit door sierlijkheid van bepaalde vormen of patronen.