Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

GRAS

betekenis & definitie

Groene planten vormen de bron van alle voedsel op aarde. Als er geen planten waren, zouden er ook geen dieren en mensen zijn.

De gehele mensen- en dierenwereld immers is voor haar voedselvoorziening afhankelijk van het plantenrijk. Ook vleesetende dieren - omdat de prooi, waarmee ze zich voeden, uitsluitend bestaat bij de gratie van de plant. De mens zou zonder vegetatie eveneens gedoemd zijn te sterven; zonder planten als begin van elke voedselketen zouden wij ons in leven moeten proberen te houden met water en mineralen. De belangrijkste plantenfamilie voor de mens is, hoe vreemd het ook moge klinken, die van de grassen. Dat wordt begrijpelijker als men bedenkt, dat al onze graansoorten tot deze familie behoren. En zonder graan geen brood, geen meel en geen rijst - maar ook geen varkens- en rundvlees, geen melk, geen eieren, geen schapen, geen paarden en geen kippen. Want al deze dieren voeden zich met grasgewassen in de vorm van graan of in die van sappige weilanden.De familie der grasgewassen behoort in het plantenrijk tot de groep van de monocotylen, die vele duizenden soorten telt. Sommige van die soorten zijn eenjarig (zoals graan, haver, etc.); andere overleven de winter en blijven meer jaren bestaan. Alle grassoorten hebben een dunne, bolle stengel, die opvallend stevig is door de ‘knopen’, die zich op regelmatige afstanden bevinden. Bij sommige grassoorten is de holle stengel gevuld met een zachte, suikerhoudende massa (maïs, suikerriet); hij andere bestaat hij uit een houtachtige buis (bamboe).

Er zijn grassoorten in alle mogelijke vormen en grootten. Sommige blijven erg klein; andere hebben lange halmen en bamboe groeit zelfs uit tot een complete boom. Bamboe vormt in zoverre een uitzondering op de regel, dat het een van de weinige grassoorten is, die zich de luxe van zijtakken veroorlooft. De bladeren van de meeste grassen zijn lang en smal; aan de onderkant vormen ze een lange schede, die de stengel tussen twee knopen volledig omhult. De bloemen van alle grassoorten zijn verenigd tot pakjes, waarvan er weer vele verenigd zijn in aren of pluimen. Elk bloempje bevat meestal drie meeldraden en een stamper; na bestuiving groeit het uit tot een korrel gevuld met veel zetmeel en wat eiwitten.

Dit zogenaamde kiemwit is dus rijk aan voedingsstoffen; vooral in de moderne graansoorten, die een belangrijk onderdeel van het menselijk voedsel vormen. Ook onze grotere huisdieren zijn voor een groot deel van graangewassen afhankelijk. Granen en enkele andere grasgewassen worden bovendien gebruikt voor de vervaardiging van textiel en van bepaalde papiersoorten (o.a. rijstpapier). Op het platteland worden grassoorten voor nog talrijke andere doeleinden toegepast; rietmatten en rietdaken zijn daar voorbeelden van.

In groter verband zorgen grassen ook voor het vasthouden van het duinzand (helmgras); het tegengaan van erosie in uitgestrekte gebieden (prairies en pampa’s) en het bemesten van de grond. Bij al deze voordelen vallen de nadelen, die veroorzaakt worden door de onkruiden onder de grasgewassen, nagenoeg in het niet.

< >