Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

EGYPTE

betekenis & definitie

De landen rondom het oostelijke gedeelte van de Middellandse Zee worden vaak de ‘bakermat van de beschaving’ genoemd. Een van die landen is Egypte: een dor land in de noordoostelijke hoek van Afrika, dat doormidden gesneden wordt door de vruchtbare vallei van de Nijl.

Eeuwenlang is Egypte door zee en woestijn beveiligd geweest tegen de invallen en oorlogen van zijn buurlanden. In het verre verleden vonden woestijnnomaden aan de oevers van de Nijl uitstekende vis- en jachtgronden. Ze vestigden zich daar en werden op de duur landbouwers, die kleine hoeveelheden gerst, tarwe, peulvruchten, vlas en groenten verbouwden, het water van de Nijl gebruikten om hun velden te bevloeien en tegelijkertijd schapen, geiten, ezels, varkens en koeien begonnen te fokken. Over de vruchtbaarheid van de bodem hadden deze primitieve landbouwers niet te klagen: elke zomer overstroomde de Nijl de oevergebieden en het hij er een dun laagje vruchtbare klei achter. De Egyptenaren werkten hard en in de loop der eeuwen bereikten zij een hoge trap van beschaving. Ze ontdekten methoden om het water van de Nijl steeds verder de woestijn in te voeren om hun akkers vruchtbaar te maken; ze leerden werktuigen en wapens maken uit koper; ze ontwierpen ploegen, die door ossen getrokken konden worden en het belangrijkste van alles: ze leerden schrijven. Het Egyptische schrift was een beeldschrift; het bestond uit rebusachtige tekens, die we hiërogliefen genoemd hebben. Aanvankelijk werden die tekens in steen en klei gekrast. Maar later slaagden de Egyptenaren erin een soort papier te vervaardigen uit de papyrusplant, die langs de Nijl groeit.

Veel van wat wij over de oude Egyptenaren weten, hebben we geleerd uit de geschriften die ze hebben achtergelaten. Andere bronnen van kennis zijn voor de moderne wetenschap de voorwerpen die een Egyptenaar in het graf werden meegegeven. . . en het graf zelf : heel vaak een indrukwekkend monument, dat versierd werd met schilderingen en opschriften. Het droge klimaat van het land heeft veel van die voorwerpen in goede staat bewaard. Tekeningen op tempels en graftombes laten ons veel zien uit het dagelijkse leven van de Egyptenaren. We zien hen ploegen en oogsten; we zien hoe vissers met netten bezig zijn in de Nijl; hoe anderen met kleine vaartuigen handel drijven en grote zeilen hijsen om gebruik te maken van windkracht. Toen de Egyptenaren nog nomaden waren, werden ze geregeerd door opperhoofden.

Maar toen ze zich als landbouwers langs de Nijl hadden gevestigd, ontstonden er een aantal kleine staatjes met een koning aan het hoofd. En ongeveer 5000 jaar geleden werden al die kleine rijkjes samengevoegd tot één grote staat. Deze nieuwe staat werd van toen af geregeerd door een lange reeks machtige koningen, die farao’s genoemd werden en die regeerden vanuit de stad Memphis. Reeds vroeg in de regeringsperiode van de farao’s stelden Egyptische priestergeleerden een kalender van 365 dagen samen, die zó nauwkeurig was, dat zij precies aantekening konden houden van alles, wat er in het land gebeurde. De kalender, die wij tegenwoordig gebruiken, wijkt niet veel af van het systeem, dat de oude Egyptenaren bijna 50 eeuwen geleden ontwierpen.

Bijna 2000 jaar lang ging het Egypte goed. De farao’s en hun ambtenaren regelden het bevloeiingswerk; lieten kopermijnen ontginnen; gaven bevel tempels en paleizen te bouwen en begonnen met de ontginning van goud en edelstenen. Handelaren trokken naar naburige landen en verkochten linnen, graan en koperwerk. Ze importeerden timmerhout, ivoor en olijfolie, waarmee de produkten van de rijke Egyptische landbouw werden aangevuld.

De godsdienst speelde een belangrijke rol in het leven van de Egyptenaren. Ze geloofden, dat hun farao een god was en dat hij na zijn dood door de hemel zou reizen aan de zijde van de zonnegod Ra. Daarnaast aanbaden ze vele andere goden; hun godsdienstige overtuiging stelde hen in staat natuurverschijnselen uit te leggen, die ze eigenlijk niet begrepen.

Omdat de Egyptenaren geloofden in een leven na de dood, dat weinig verschilde van het leven op aarde, balsemden zij hun doden en gaven ze deze ‘mummies’ allerlei dingen mee, die de overledenen in het hiernamaals zouden kunnen gebruiken: voedsel en kleding, potten en kruiken, wapens, snuisterijen en sieraden. Vooral de farao’s gingen rijk het graf in. Ze lieten voor zichzelf reusachtige graftombes bouwen: de zg. piramiden. De bekendste ervan staan bij Gizeh, in de buurt van Memphis; ze zijn meer dan 4000 jaar oud en werden gerekend tot de zeven wereldwonderen van de Oudheid. In hun nabijheid staat ook de Sfinx, een geweldig tempelmonument, dat in het eerste piramidentijdperk vervaardigd werd. Hoewel de farao’s tijdelijk tot grote macht kwamen en beroemde vorsten als Toetmoses III en Ramses II hun rijk zelfs uitbreidden ten koste van hun buurlanden, gelukte het hun niet het Egyptische rijk in stand te houden.

In de 7e eeuw voor Chr. werd het land onder de voet gelopen door de Assyriërs; 100 jaar later viel het in handen van de Perzen. Nadien is er van de vroegere glorie van Egypte weinig overgebleven. Het land werd beurtelings bezet door Grieken, Romeinen, Arabieren, Fransen en Engelsen en pas in 1922 werd het weer een zelfstandig land onder leiding van een koning. Die zelfstandigheid steunde echter op de welwillendheid van Engeland. Aan die toestand werd in 1952 een einde gemaakt door een militaire staatsgreep, die tenslotte president Gamal Abdoel Nasser aan het bewind bracht: een krachtig leider, die alle grote mogendheden weerstond en op het ogenblik bezig is zijn land tot een van de machtigste staten van de Arabische wereld te maken. Zijn hoofdstad is Cairo.

Tegenwoordig is Egypte een landbouwland dat snel bezig is zich te industrialiseren. Die industrialisatie zal pas goed op gang komen als de Aswandam gereed zal zijn, die de Egyptenaren op het ogenblik met Russische hulp bouwen en die hun behalve grotere irrigatiemogelijkheden ook elektrische energie zal leveren.

Het grootste gedeelte van Egypte bestaat nog steeds uit woestijn, waarin alleen wat mijnbouw bedreven wordt. Het zwaartepunt van het land ligt, juist als 5000 jaar geleden, langs de oevers van de Nijl - en langs het Suezkanaal, waarmee Egypte bijna alle scheepvaartverkeer naar het Verre Oosten kan controleren. Tot 1956 stond dit belangrijke kanaal onder beheer van Fransen en Engelsen; in dat jaar werd het echter door president Nasser genationaliseerd.

Officieel heet Egypte tegenwoordig de Verenigde Arabische Republiek. Het kreeg die naam in 1958, toen Egypte en Syrië besloten een unie te vormen. Aan die unie kwam in 1961 een einde door het uittreden van Syrië. President Nasser echter besloot de naam Verenigde Arabische Republiek (V.A.R.) te handhaven voor Egypte alleen.

Op het ogenblik zijn er tekenen, die er op wijzen, dat Syrië opnieuw, zij het in lossere vorm, samen wil gaan met Egypte. Ook Irak toont belangstelling voor aansluiting bij de V.A.R.

< >