Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Albrecht

betekenis & definitie

(Albertus), aartshertog van OOSTENRIJK; soeverein der Nederlanden. *15.11.1559 Wiener Neustadt, ✝ 13.7.1621 Brussel; zesde zoon van Maximiliaan II en Maria van Oostenrijk (dochter van Karel V); werd opgevoed aan het Spaanse hof van Filips II; was sinds 1577 kardinaal-aartsbisschop van Toledo: 1581-95 onderkoning van Portugal: 1595-98 gouverneur-generaal der Nederlanden. Nadat hij zijn kerkelijke waardigheden had neergelegd huwde hij 15.11.1598 met infante →lsabella, dochter van Filips II.

Hiermede kwam Filips' beslissing de soevereiniteit over de Nederlanden als bruidschat aan zijn dochter af te staan en haar aan Albrecht uit te huwelijken tot uitvoering. Albrecht sloot 1609 het →Twaalfjarig Bestand met de Verenigde Nederlanden. Het Bestand gaf hem de gelegenheid tot een beleid, dat in de Zuidelijke Nederlanden een economisch herstel stimuleerde.Hij speelde een voorname rol bij het doorvoeren van de → Contrareformatie in de Zuidelijke Nederlanden. Daar zijn huwelijk met Isabella kinderloos was gebleven, kwamen de Zuidelijke Nederlanden na zijn dood opnieuw onder dc soevereiniteit van de Spaanse koning krachtens een geheime bepaling bij de Acte van Afstand. LITT. V.Brants. La Belgique au XVIIe siècle. Albert et Isabella. Etudes d’histoire politique et sociale (1910); H.J.Elias, Kerk en Staat in de Zuidelijke Nederlanden onder de regering der Aartshertogen Albrecht en Isabella. 1598-1621 (1931).