Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Gouverneur-generaal

betekenis & definitie

de hoogste Ned. gezagsdrager in het vm. Ned. rijk in Oost-lndië (1609-1948); tijdens de VOC benoemd door de Heren XVII. na de Franse tijd de Landvoogd, die in naam des konings het algemeen bestuur in Ned.-Indië uitoefende.

Waarneming geschiedde door een luitenant-gouveneur-generaal. b.v. gedurende het Engelse tussenbestuur tijdens de Franse tijd en van 1944-48. Van 1948-49 werd het bestuur uitgeoefend door een Hoge vertegenwoordiger van de Kroon krachtens de Noodwet-lndonesië en het Besluit Vertegenwoordiging Kroon, beide van 29.10.1948 (Stbld I 461 en 462). België. Functionaris die in vm. Belg. Kongo tot 1960 de Koning vertegenwoordigde.

Hij werd bijgestaan door één of meer vice-gouverneurs-generaal en oefende (samen met de gouverneurs der provinciën) het bestuur uit door middel van ordonnanties. De gouverneur-generaal was tevens opperbevelhebber van de strijdkrachten en hoofd van de rechterlijke macht. Hij werd door de koning benoemd: de duur van zijn mandaat werd door de koning bepaald.