Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Sleeswijk

betekenis & definitie

1) een der zoogenaamde Elve-hertogdommen, tusscheu de Noordzee, de Oostzee, Jutland en Holstein, wordt ook wel Zuid-Jutland genoemd, is 167 vierk. mijlen groot, en bevolkt met 410,000 zielen. Aanvankelijk behoorde S. aan Denemarken; het werd herhaalde malen daarvan afgescheiden, om als apanage te dienen (zoo: in 1085, voor Olof, broeder van Canut IV, den heilige; omstr. 1103, voor Canut, neef van koning Nicolaas; en eindelijk 1386, voor Gerard VI, graaf van Holstein en Schaumburg.

In 1486 kwamen S. en Holstein weder onder de kroon van Denemarken. Doch in 1490 schonk koning Jan een gedeelte er van aan zijnen broeder. In 1544 nieuwe deeling tusschen koning Christiaan lil en zijne twee broeders: deze deeling werd eene bron van eindelooze twisten en veranderingen. In 1658 werd een gedeelte van S. onderhoorig aan Zweden ; in 1714 werd S. in bezit genomen door Frederik IV, koning van Denemarken, en bij den vrede van Stokholm (1720) werd Denemarken in dat bezit bestendigd. In 1848 deed S. (benevens Holstein; zie dat art.) eene poging, om zich van Denemarken af*te scheuren; doch na bloedige gevechten (zie FREOERICU en IDSTEDT) werd het tot onderwerping gebracht, en in Nov. 1863 werd door den deenschen rijksraad eene constitutie aangenomen, krachtens welke S. en Holstein formeel bij Denemarken ingelijfd zouden worden. Eer nog die constitutie de koninklijke bekrachtiging ontvangen had, stierf koning Frederik VII (15 Nov.); en een prins uit het huis van Augustenburg deed weder de twijfelachtige rechten dier familie op den herlogelijken troon van S. gelden, ondersteund door Pruisen,dal reeds spoedig,gezamenlijk met Oostenrijk, tot eene gewapende interventie overging, en na bloedige gevechten en het bestormen van de Duppeler schansen (18 April 1864, zie DORPEL) de Denen uit geheel S. (behalve het eiland Alsen) verdrong; Jutland werd door pruisische en oostenrijksche troepen bezet, en het verdrag van Gastein regelde de deeling van het veroverde grondgebied. Dit verdrag (zie PRUISEN) gaf echter weldra aanleiding tot eenen oorlog tusschen de beide veroveraars, die eindigde met de vernedering van Oostenrijk, terwijl S. in de macht van Pruisen bleef (1866).2) hoofdplaats van het hertogdom S., eene in den vorm van amphitheater aan het westeinde van de golf Schley of Slei gelegene stad, thans met ruim 12,000 inw., werd in de 10e eeuw verwoest, in de 15e eeuw weder opgebouwd, was lang rijksstad, en behoorde tot den Hanzé-bond; in de nabijheid het kasteel Gottorp, vroeger gouvernementshuis, dat Jan. 1864 als kazerne gebruikt is.