Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Oostenrijk

betekenis & definitie

duitsch Österreich of Ostreich, fransch Autrichc, engelsch Austria, keizerrijk in Middel-Europa, bestond (na de nieuwe organisatie van 1849—51). tot Juli 1859 uit 19 kroonlanden, te zamen ruim 11,762 vierk. mijlen groot, met ruim 35 millioen bewoners. Die 19 kroonlanden waren:

1) Neder-O. of aartshertogdom O. onder de Enns;
2) Opper-O. of aartshertogdom O. boven de Enns;
3) hertogdom Saltzburg.

[Deze drie kroonlanden, die de kern der Oostenrijksche monarchie uitmaken, vormen te zamen het Aartshertogdom O., dat tot grenzen heeft: Moravië en Bohemen ten N., Tirol en Beieren ten W., Stiermarken en Kärnten ten Z., en Hongarije ten 0. De grondsoppervlakte, die deze kroonlanden beslaan, is circa 710 vierk. mijlen, met 2,555,000 bewoners, ingedeeld als volgt:

а) Neder-O.,circa 361 vierk. mijlen, met 1,700,000 zielen, wordt door den Donan in twee helften gescheiden, waarvan de zuiderhelft aan de Alpen grenst. Het is ingedeeld in vier kreisen (Obermanhartsberg, Untermanhartsberg, Oberwienerwald, Unterwienerwald), en heeft tot hoofdstad Weenen, zijnde dit tevens de algemeene hoofdstad der gansche Oostenrijksche monarchie en de residentie des keizers.

b) Opper-O.,circa 218 vierk. mijlen, met 708,000 zielen, voor het grootste gedeelte bergland, waarvan het zuidgedeelte tot de Norische alpen behoort. Het is ingedeeld in vier kreisen (Hausruck-, Traun-. Mühl- en Innkreis), en heeft tot hoofdstad Lintz.
c) Saltzburg, 131 vierk. mijlen, met 147,000 zielen, zijnde 't voormalige aartsbisdom (zie SALTZBURG), is een bergachtig land, en heeft tot hoofdstadSaltzburg.]

De overige der hierboven bedoelde 19 kroonlanden zijn:

4) hertogdom Stiermarken.
5) hertogdom Kärnten.
6) hertogdom Krain.
7) het tot prinsdom verhevene graafschap Görtz en Gradiska, met het markgraafschap Istrië en de vrije stad Triëst met rechtsgebied (gezamenlijk ook »hel Kustland” genoemd).
8) het tot prinsdom verhevene graafschap Tirol en Vorarlberg.
9) markgraafschap Moravië.
10) koninkrijk Bohemen.
11) hertogdom Opper- en Neder-Silezië.
12) koninkrijk Galicië met Zator, Auschwitz en Krakau.
13) hertogdom Bukowina.
14) koninkrijk Dalmatië.
15) Lombardisch-Venetiaansch koninkrijk.
16) koninkrijk Hongarijë.
17) konink. Croatië en Slavonië met 't croatische kustland (litoral), benevens Fiume met rechtsgebied.
18) groothertogdom of groolvorslendom Zevenbergen.
19) de Militaire Grenzen.

De elf eerste dezer 19 kroonlanden maakten deel uit van den Duitschen Bond: wel is waar van het Kustland slechts de stad Triest met haar rechtsgebied, de kreis Görtz en een gedeelte van den kreis Istrië; doch daarentegen van Galicië de hertogdommen Zator en Auschwitz; zoodat in 't geheel van de Oostenrijksche monarchie circa 3591 vierk. mijlen grondgebied (met circa 13 millioen bewoners) tot den Duitschen bond behoorden, die echter door den oorlog van Pruisen tegen 0. in 1866 is te niet gegaan. Reeds vroeger had O. een gedeelte van zijn grondgebied verloren (zie ITALIAANSCHE OORLOG) door den vrede van Villafranca 11 Juli 1859; nog gevoeliger verliezen moest het zich getroosten in 1866, toen het, door Pruisen en Italië gelijktijdig aangevallen, geen ander middel zag, om erger nog te voorkomen, dan afstand te doen van geheel het Venetiaansche. Sedert den daarop tusschen O. en Pruisen gesloten vrede is O. als buiten Duitschland gesloten, aan welks hoofd thans feitelijk Pruisen staat.

Geschiedenis

Het eigenlijke O., aanvankelijk door de celtische Taurisken (later Noriken) bewoond, vervolgens na de onderwerping aan Rome’s gezag (14 v. Chr.) door de Marcomannen en Quaden, werd onder Tiberius bij het Romeinsche rijk ingelijfd (omstr. 33 na Chr.). Te rekenen van de 5e eeuw werd O. achtereenvolgend overweldigd door de Hunnen, Oost-Gothen, Bojers, Vandalen, Longobarden, en werd ten laatste omstr. 568 gedeeld tusschen de Bajuvariërs (Beieren) en de Awaren, welke beiden het bewoonden, toen Karel de Groote zich meester er van maakte (791) en het onder den naam van Avaria of Oostelijke mark (Marchia orientalis, Aus/ria) met Duitschland vereenigde. Hendrik de Vogelaar, een bolwerk willende stellen tegen de gedurige invallen der Hongaren, verhief O. tot een markgraafschap. In 982 werd door Otto II dit markgraafschap geschonken aan Leopold I vpn Babenberg, wiens afstammelingen aanvankelijk den titel van markgraaf, later dien van markies voerden. Leopold I (gcst. 994), werd opgevolgd door zijnen zoon Hendrik I, onder wien wij O. voor het eerst vermeld vinden onder den naam van Ostirrichi. Hij werd 1018 opgevolgd door zijnen broeder Adalbert I, bijgenaamd de Zegerijke, die 1050 tot opvolger had zijnen zoon Ernst. Deze sneuvelde 1075 aan de Unstrut tegen de Saksen, en had tot opvolgers: Leopold II tot 1096, Leopold III tot 1136, en Leopold IV tot 1141; aan laatstgenoemden werd Beieren als leen geschonken; do^t zijn broeder en opvolger Hendrik II Jasomirgolt gaf dit land 17 Sept. 1156 aan Hendrik den Leeuw terug, waartegen aan hem het land boven de Enns afgestaan werd.De marken boven en beneden de Enns werden nu ten behoeve van Hendrik Jasomirgolt tot hertogdom 0. verheven, hij verlegde zijne residentie naar Weenen, liet een aanvang maken met het bouwen van de Stephanus-kerk, en stierf 13 Jan. H77. Zijn zoon en opvolger Leopold V vereenigde Stiermarken met O., en werd bij zijnen dood 1194 opgevolgd door zijnen zoon Frederik den Katholieke, wiens broeder Leopold VI in 1198 op den hertogl. troon kwam, veel tegen d» Hongaren en tegen de ongeloovigen oorloogde, en zijn land vergrootte. Met Frederik den Stoute, die bijn3 de geheele Krain veroverde, doch 12 Juli 1246 in een gevecht tegen de Hongaren sneuvelde, stierf de mannelijke linie der Babenbergers uit. Nu volgde het Oostenrijksche Interregnum, waarin keizer Frederik II de hertogdommen aan het rijk wilde trekken, terwijl de paus tegen dien maatregel van den door hem in den ban gedanen keizer protesteerde, totdat eindelijk Ottocar van Bohemen tot hertog van O. gekozen werd. Deze ontweldigde Stiermarken aan de Hongaren (1260), werd 1262 door den roomschen koning Bichard beleend, en erfde 1269 Kärnten met een gedeelte van Krain en Friuli, doch werd in 1276 genoodzaakt al de oostenrijksche bezittingen af te staan aan den niet door hem erkenden keizer Rudolf van Habsburg, en sneuvelde in den oorlog tegen dien keizer 26 Ang. 1278. Keizer Rudolf schonk 27 Dec. 1282 aan zijne twee zonen Albertus (Albrecht) en Rudolf de hertogdommen 0., Stiermarken en Kärnten; dit laatste werd door de broeders afgestaan aan graaf Meinhard van Górlz en Tirol. Bij de schikking van 1283 kwamen O., Stiermarken en Krain aan Albertus 1 alleen, die zich nu Albertus I van Oostenrijk noemde. Vervolgens in 1298 roomsch keizer geworden, vermeerderde hij 1301 zijne landen met hel markgraafschap Zwaben, doch werd 1308 door zijnen neef Johan van Zwaben vermoord. Zijne zonen Frederik, Leopold, Hendrik, Albertus en Otto verwierven Neufchätel; doch streden geen gelukkigen strijd legen de Zwitsersche kantons en tegen Lodewijk den Beier, tegenover wien Frederik in 1314 als tegenkoning gesteld werd. Nadat Leopold 1326, Hendrik 1327 en Frederik 1330 gestorven waren, kwamen Albertus II en Otto met den keizer tot eene schikking, en erfden 1335 ook Kärnten. In 1349 kwamen al de oostenrjjksche landen aan Albertus II alleen. Van zijne zonen stichtte Rudolf II in 1356 de nniversiteit te Weenen, doch stierf kinderloos 1365, waarop tusschen zijne broeders 1379 eene deeling plaats had: Albertus III bekwam O., al het overige viel ten deel aan Leopold. Laatstgenoemde sneuvelde bij Sempach, doch zijn stam bloeide voort in Stiermarken. Nadat Albertus III in O. zijne landen vermeerderd had met Tirol, stierf hij 1395. Zijn zoon Albertus IV stierf ten gegevolge van vergiftiging in 1404 voor Znaim, terwijl hij Procopius, den markgraaf van Moravië, beoorloogde. Zijn zoon Albertus V, schoonzoon van keizer Sigismund, werd als zoodanig duitsch keizer, koning van Hongarije en van Bohemen, doch stierf reeds 1439; en met zijnen zoon Ladislaw stierf 1457 de oostenrijksche linie uit. Oostenrijk zelf kwam aan de Stiermarksche linie, en wel, na langdurige twisten met zijne broeders, aan keizer Frederik III, die aan het oostenrijksche huis de aartshertogelijke waardigheid verleende. Zijn zoon Mazimiliaan, die 1477 in den echt trad met Maria van Burgundië, bracht door dit huwelijk de Nederlanden en een groot gedeelte van Burgundië in het oostenrijksche huis, werd 1493 duitsch keizer, verwierf Tirol, en baande den weg om weder in het bezit te komen van Hongarije en Bohemen, terwijl zijn zoon Filips, door diens huwelijk met Johanna van Spanje, het huis Habsburg op den troon van Spanje en de Indien bracht, zoodat het huis Habsburg in twee hoofdliniën gesplitst was, nl. de spaansche en de oostenrijksche. Filips’ zoon, Karel I, koning van Spanje, werd als Karel V duitsch keizer, doch trof 1521 met zijnen broeder, aartshertog Ferdinand, eene schikking, waarbij laatstgenoemde in het bezit kwam van het aartshertogdom 0. Door zijn huwelijk met Anna, de zuster van den hongaarschen koning Lodewp II, kwam Ferdinand 1 in 1526 in het bezit van Hongarijê en Bohemen, benevens Moravië, Si'cziê en de Lausitz, doch moest om Hongarije oorlog voeren tegen Johannes Zapolya, die in 1529 de Turken voor de poorten van Weenen bracht. De duitsche linie van het oostenrijksche huis, sedert het de kronen van Hongarije en Bohemen verworven had tot den rang van europeesche mogendheid verheven, bezat nu een grondgebied van 5402 vierk. mijlen. Ferdinand I werd keizer, en stierf 25 Juli 1564. Tusschen zijne zonen had eene deeling plaats: de oudste, keizer Mazimiliaan II, bekwam O., Hongarije en Bohemen; Ferdinand bekwam Tirol en de zwabische bezittingen; Karel’s aandeel werd Stiermarken, Karaten, Krain en Görlz. Mazimiliaan II, die 12 Ocl. 1576 stierf, werd als keizer opgevolgd door zijn oudsten zoon Rudolf II; deze had 1612 tot opvolger zijn broeder Matthias, na wiens dood 20 Maart 1619 Ferdinand II op den troon kwam; doch Bohemen weigerde Ferdinand II als koning te erkennen, waaruit de Dertigjarige oorlog ontstond, welke eerst door Ferdinand Hl (die van 1637 tot 1657 regeerde) ten einde gebracht kon worden, en in den loop van welken oorlog de Lausitzen (in 1635) van Bohemen afgenomen werden. Onder keizer Leopold I (zoon en opvolger van Ferdinand III) werden 1683 de Turken voor Weenen teruggeslagen, Zevenbergen werd hun ontweldigd, en geheel Hongarije werd onderworpen. Uit de spaansche erfenis ontstond echter de Spaansche erfopvolgings- of Successie-oorlog, waarvan noch Leopoid (gesl. 5 Mei 1705), noch zijn met geestkracht en talent begaafde zoon Jozef I (gest. 17 April 1711) het einde mocht beleven. Laatstgenoemde werd opgevoigd door zijnen broeder Karel VI, die den successie-oorlog ten einde bracht, en van de spaansche erfenis de Nederlanden, Milaan, Napels en Sardinië (dat 1714 tegen Sicilië verruild werd) bekwam, ook Mantua bij zijn rijk inlijfde, en zoo zijn grondgebied vermeerderde tot 9043 vierk. mijlen. Bij den Weener vrede van 1735 en 1738 moest hij echter Napels en Sicilië weder afstaan, en bij den vrede van Belgrado (1739) ook een gedeelte van hetgeen hij van Turkijë verworven had. Toen 1740 de mannelijke linie uitstierf, kwamen de erflanden aan Karel's dochter Maria Theresia; doch hoezeer haar vader veel had opgeofferd voor de erkenning van de Pragmatieke sanctie, werden hare rechten noglans vinnig betwist (Oostenrijksche successie-oorlog).Haargemaal, Frans van Lotharingen, werd eindelijk 13 Sept. 1745 als duitsch keizer erkend onder den naam van Frans I; met hem kwam het buis Habsburg-Lotharingen op den oostenrijkschen troon; en bij den Oostenrijkschen successie-oorlog had Maria Theresia niets anders verloren dan Silezië, Farms, Piacenza, Guastalla en eenige districten van Lombardijë. Zij trachtte tevergeefs Silezië weder machtig te worden in den Zevenjarigen oorlog. Bij den dood van haren gemaal (18 Aug. 1765) werd zijn oudste zoon, Jozef 11, duitsch keizer en medebestuurder met zijne moeder in de duitsche erflanden. Bijna tegen wil en dank trad zij 1772 toe tot de eerste decling van Polen, waardoor zij Galicië en Lodomeriê verwierf, gelijk haar 1777 de Bukowina afgestaan werd door de Porte, terwijl zij bij den vrede van Teschen 1779 ook eenig grondgebied van Beieren ais aanwinst ontving. Door hare verstandige regeering, haar beleid en hare omzichtige hervormingen had zij aan haar grondgebied zulk eene uitbreiding gegeven, dat zij bij haren dood een rijk naliet, dat 11,070 vierk. mijlen groot was. Haar zoon Jozef H ging met zijne hervormingen voortvarender en minderzachtzinnig te werk: het gevolg daarvan werd, dat hij zich in het laatst van zijn leven in eenen ongelukkigen oorlog met Turkije gewikkeld zag, terwijl de Nederlanden in openbaren opstand waren tegen zijn gezag, en Hongarije zeer veel lust scheen te voelen om dat voorbeeld te volgen: het verdriet, dat dit alles hem berokkende, verhaastte zijnen dood (20 Febr. 1790). Zijn broeder en opvolger, keizer Leopold II, wist door inschikkelijkheid en vastberadenheid aan het pijnlijke van dien toestand een einde te maken, en sloot 4 Aug. 1791 den vrede van Szistowa met de Porte. Tegenover de Fransche Revolutie sloot hij een verbond met Pruisen, doch stierf 1 Maart 1792, eer nog de oorlog uilgebarsten was. Daaraan het hoofd te bieden, werd de moeielijke taak van zijnen zoon, keizer Frans II. Bij den vrede van Campo-Formio (17 Oct: 1797) gingen Lombardijë en de Nederlanden voor O. verloren; doch het kwam daarbij in het bezit van het grootste gedeelte van het Venetiaansche, gelijk het reeds 2 jaren vroeger WestGalicië aangewonnen had. Bij den vrede van Lunevilie (9 Febr. 1801) werd door O. afstand gedaan van Falkenstein en Frick-dal, doch daarentegen bekwam het de aartsbisdommen Trente en Brixen, zoodat het in grondgebied aangroeide tot over de 12,000 vierk. mijlen. Om dat grondgebied tot één geheel te brengen, verhief Frans 11 deOostenrijksche monarchie^ 11 Aug. 1804 tol een Erfehjk keizerrijk Oostenrijk,' cn vatte 1805 nogmaals de wapenen op, doch moest den vrede van Presburg (26 Dec. 1805) betalen met het grondgebied, dat hij nog in Italië bezat, en door afstand te doen (aan Beieren) van Tirol, Vorarlberg, Eichstädt, enz. en (aan Wurtemburg en Baden) van de Breisgau en het overige van Neder-O., terwijl hij daarentegen Sallzburg en Berchtesgaden bekwam. In 1806 (6 Aug.) deed Frans 11 afstand van den titel van Duitsch keizer (keizer van het Heilige Roornsche Rijk), en noemde zich van toen af: Frans I, Keizer van Oostenrijk. In 1809 beproefde hij nogmaals de kansen van den oorlog tegen Frankrijk, doch verloor bij den vrede van VVeenen (14 Oct. 1809) Saltzburg met Berchtesgaden, het Inn-kwartier, het wester-Hausruckkwartier, Krain, Görtz, Triest, den kreis Villach, en het grootste gedeelte van Croatië en van Galicië. Wel leverde O. in 1812 aan Napoleon een hulpkorps tegen Rusland, doch verklaarde 10 Aug. 1813 aan Frankrijk den oorlog, en trad 9 Sept. 1813 toe (te Teplitz) tot de groote alliantie, die tot den ondergang van het fransche keizerrijk leidde. Bij den vrede van Parijs (1814) bekwam O. het LombardischVenetiaansch koninkrijk en de afgestane gedeelten zijner erflanden, benevens Dalmatië en Galicië terug, trof 14 April 1816 met Beieren een vergelijk over grondgebiedskwestien, en was dus na de fransche oorlogen niet alleen wat zijne grenzen betrof beter afgerond dan vroeger, doch had bovendien nog eene aanwinst van 150 vierk. mijlen grondgebied. Ouder de leiding vau Metternich had O. vervolgens een overwegenden invloed in den Duilschen bond. Keizer Ferdinand I beklom den troon 2 Maart 1855; in 1840 nam O. deel aan den oorlog in Syrië tegen Ibrahitn-Pacha; in 1846 brak in Galicie een opstand uit, die ten gevolge had, dat Krakau bij de monarchie ingelijfd werd. Inlusschen was bijna geheel Europa van lieverlede doordrongen van het verlangen om een einde te maken aan de gebreken en misbruiken, die het tot dusverre gevolgde regeerstelsel schier overal aan de bevolkingen deed gevoelen: Italië was afkeerig geworden van de vreemde overheersching; Hongarijë streefde naar onafhankelijkheid, en ook in Weenen zelf barstte 13 Maart 1848 eene volksbeweging uit, die aan het oude regeerstelsel een einde maakte. Milaan kwam in opstand (22 Maart) en sloot zich aan Piêmont aan, en 23 Maart werd te Venetië de republiek uitgeroepen. Aan Hongarijë was ter dertiende ure een eigen ministerie loegestaan; doch dal kon de wenschen der Magyaren niet meer bevredigen: Hongarijë nam van dag tot dag eene onafhankelijker houding aan, en beschikte eigenmachtig over troepen en vestingen. Het in opstand zijnde Weenen werd 31 Oct. 1848 ingenomen door prins Windischgrätz en banus Jellachich; 15 Nov. werd een rijksdag bijeengeroepen , naar Kremsier; een nieuw ministerie gevormd met prins Schwartzenberg aan het hoofd, en nu legde keizer Ferdinand de kroon neder; zijn broeder,aartshertog Frans Karel, die hem moest opVolgen, deed afstand van den troon, en zoo kwam diens zoon Frans Jozef aan het bewind. In een schitterenden veldtocht (21—23 Mei 1849) tegen Sardinië, heroverde Radetzky geheel Lombardijs, in Aug. werd ook Venetië herwonnen, en in Sept. 1849 was de opstand van Hongarijë met behulp van eene russische krijgsmacht en ten koste van slroomen bloeds geheel onderdrukt. Dit was bet treurige voorspel der regeering van keizer Frans Jozef, welke regeering inderdaad slechts eene aaneenschakeling schijnt van rampen en misslagen, in weerwil van 's keizers beste bedoelingen orn het geluk van zijne volken te bevorderen. Zoo werd 26 Sept. 1855 het betreurenswaardige concordaat met Rome gesloten, waardoorO. in menig opzicht tot eenen schier middeleeuwschen toestand werd leruggebracht, en van welk concordaat zich de onzalige druk derwijze heeft doen gevoelen, dat hel in 1867 tol overgroote tevredenheid van de meerderheid der bevolking afgeschaft is kunnen worden, in weerwil van het gesenreeuwdergeestelijkheid tegen dien maatregel, waardoor de minis- ' ter Von Beust, in de moeilijkste omstandigheden 1866 het bewind aanvaard hebbende, zulk een gelukkigen stap heeft gedaan om O. den weg van verständigen vooruitgang op te leiden. Doch reeds vroeger had men in 0. de noodzakelijkheid ingezien om dien weg te bewandelen, en na verscheidene andere maatregelen in dien geest, was 1 Mei 1862 de ministerieele verantwoordelijkheid vaslgesteld, zoodat de regeeringsvorm van O. reeds sedert dien datum de constitutioneele monarchie is. De zware vernederingen en verliezen, door O in de laatste 18 jaren geleden, zijn in den aauvang van dit art. aangestipt: de Italiaansche oorlog 1859 ontnam aan O. het grootste gedeelte van Lombardijë, beroofde het van den machtigen invloed, dien het vroeger in Italië bezat, en bedreigde het tevens met het toekomstige verlies van Venetië; dat verlies werd in 1866 een feit; voeg daarbij het treurig uiteinde van keizer Maximiliaan vau Mexico, den broeder van keizer Frans Jozef van O., die vervolgens admiraal Tegelhotf naar Mexico uitzond om de uitlevering te verkrijgen van zijns broeders lijk, welke uitlevering na zeer veel moeite werkelijk verkregen werd,zoodat het vorstelijke lijk vandenongeliikkigen Maximiliaan in het begin van 1868 is bijgezet kunnen worden in den grafkelder der keizers van Oostenrijk.