Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Noordzee

betekenis & definitie

of Duitsche Zee, bij de ouden genaamd Oceanus Germanicus en bij de Denen en Noorwegers Westzee geheeten, eene 12,000 vierk. mijlen oppervlakte beslaande watervlakte, die zich, als golf van den Atlantische« Oceaan, tusschen GrootBritannië, de Nederlanden, Duitschland, Denemarken en Noorwegen nitstrekt van de Straat van Galais tot de Shetland-eilanden. Door de Straat van Calais staat de N. in gemeenschap met het Rritsche Kanaal en daardoor met den Atlantischen Oceaan; door het Kattegat met de Oostzee; terwijl bezuiden de N. zich in den loop der eeuwen de tegenwoordige Zuiderzee heeft gevormd.