Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Gepubliceerd op 05-12-2022

Vitamine C

betekenis & definitie

Vitamine C of ascorbinezuur is het anti-scheurbuik-vitamine, een stof, welke speciaal in plantaardige producten voorkomt. Het menschelijk organisme is in tegenstelling met onze landbouwhuisdieren niet in staat het zelf te maken. Ook de marmot is aangewezen op het vitamine C in het voedsel. Zonder dat zichtbare verschijnselen van vitamine C-gebrek optreden, kan het lichaam toch reeds lang den schadelijken invloed van een vitamine C-tekort ondervonden hebben, welke dan hierin bestaat dat het weerstandsvermogen tegen allerlei infecties verminderd is. Het optreden van ziekten als tuberculose, longontsteking, kinkhoest staat in verband met de vitamine C-voorziening. Evenals bij het vitamine A is gedurende de wintermaanden de kans op een vitamine C-tekort het grootst. Allerlei vage klachten als spoedige vermoeidheid, verminderde werkkracht, slapeloosheid e. d. treden dan op. Bij ernstig gebrek treden onderhuidsche bloedingen op, terwijl tandbederf ook bevorderd wordt door vitamine C-gebrek.

Het benoodigde vitamine C komt practisch alleen in plantaardige producten voor en speciaal wanneer deze versch gegeten worden, zooals met vruchten veelal het geval is. In de wintermaanden is deze bron beperkt tot appelen, die maar weinig vitamine C bevatten. Goede bronnen voor deze maanden zijn citroenen en sinaasappelen. Bij iedere wijze van toebereiding gaat er vitamine C verloren, hetgeen nog geen reden mag zijn om alle groenten rauw te eten, want wanneer de noodige voorzichtigheid wordt betracht kan het meeste behouden blijven. Het verhitten is nl. op zichzelf niet zoo schadelijk, als er maar zooveel mogelijk voor gezorgd wordt dat er geen lucht kan toetreden; dus stoomen. Verder mag er niet afgekookt worden, daar vitamine C gemakkelijk in water oplost. Verder is het zeer belangrijk iedere aanraking van vitamine C-houdende producten met koperen voorwerpen te voorkomen, daar dit element het vitamine C zeer snel aantast.

Behalve de bovengenoemde vruchten zijn aardbeien, zwarte bessen, tomaten, paprika, sla, peterselie, boerenkool, sla, aardappelen en waterkers goede bronnen. Daarentegen bevatten brood, vleesch, melk, granen, visch, noten, eieren, boter, kaas, druiven, peren en gedroogde groenten of andere gedroogde producten weinig of geen vitamine C. De dagelijksche behoefte bedraagt voor den volwassene ongeveer 50 mg, terwijl kinderen toch minstens 20-30 mg per dag noodig hebben.

De chemische formule van het vitamine C is C6H8O6.