Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Gepubliceerd op 05-12-2022

Bier

betekenis & definitie

Bier is een drank, welke door gisting bereid is uit mout, hop, gist en water. Het gemiddelde alkoholgehalte bedraagt 4%, varieerend van 3-5%. Behalve alkohol bevat bier nog 5-7% andere stoffen, waarvan 3-6% suiker is; 0,4-0,9% eiwit; verbrandingswaarde 300-600 calorieën per liter.

Voor de bierbereiding wordt gerst, na gedurende eenigen tijd in water geweekt te zijn, te kiemen gelegd, waarbij een enzym gevormd wordt — diastase geheeten — dat het zetmeel van de gerst in suiker omzet. Na 7 à 9 dagen wordt het kiemen stop gezet door de gedeeltelijk ontkiemde korrels te drogen, daar anders de gevormde suiker weer verbruikt zou worden. Het aldus bereide product is de mout, welke na van de kiemen ontdaan te zijn, weer in water geweekt wordt, waarin de in water oplosbare stoffen als maltose en dextrine worden opgelost. Om zooveel mogelijk oplosbare stoffen uit te trekken, wordt de massa verhit tot ± 75o C. Het waterige extract wordt daarna van het draf en de bostel gescheiden. Het extract bevat dan behalve suiker en dextrine, gewoon zetmeel, eiwitachtige stoffen en zouten. Dit product wordt dan gekookt, waardoor eventueel aanwezige gisten, bacteriën, enzymen en fermenten gedood worden. Dan wordt de hop toegevoegd, waardoor het product een bitteren smaak krijgt en duurzamer wordt. Als de hop aan het beslag is toegevoegd draagt het den naam wort. Het wort wordt nu, te gisten gezet, waarbij de aanwezige suiker in alkohol en koolzuur wordt omgezet. De gevormde gist wordt voor een deel voor het gisten van nieuw wort gebruikt en voor een deel als persgist voor de bakkerijen, terwijl de gist ook wel gedroogd wordt en dan als veevoeder dienst doet.