Wat is de betekenis van tand?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tand

tand - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) een hard, wit voorwerp in de mond, meestal in 2 horizontale rijen aanwezig (één in elke kaak) en algemeen gebruikt om te eten 2. (techniek) een meestal scherp uitsteeksel aan voorwerpen (bijvoorbeeld aan zaag|zagen of tandwielen) tand - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tege...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tand

tand - zelfstandig naamwoord 1. hard wit uitsteeksel in boven- en onderkaak ♢ met zijn tanden beet hij in de appel 1. hem aan de tand voelen [ondervragen] 2. tot de tanden gewap...

2024-03-28
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

tand

tand: onderdeel van een kettingblad.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

tand

Elk van de kleine botjes met tandglazuur (tandemail) erop die je in een horizontale rij in je beide kaken hebt om mee te bijten en voedsel te kauwen. Een kies is een tand met meer bobbels. De tandarts noemt alle tanden en kiezen bij elkaar ‘de gebitselementen’. Tanden zijn nodig om voedsel fijn te maken om zo de vertering te vergemakkelijken. Ieder...