Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie E
- eengezinswoning
- eenhoorn
- eenjarige
- eenkleurig
- eenliterauto
- eenliterwagen
- eenmaker
- eenmotorig
- eenoudergezin
- eenoudervakantie
- eens een zeveraar, altijd een zeveraar
- eenslachtige bloem
- eenvoudige botbreuk
- eenvoudige breuk
- eenzijdig busongeluk
- eenzijdig verkeersongeval
- eerbiedwaardig
- eerbiedwaardigheid
- eerdaags
- eergisteravond
- eergisternacht
- eerlijk als goud
- eerlijke vinder
- eerlijkheidshalve
- eerstaanwezend commissaris
- eerstdaags
- eerste advocaat-generaal
- eerste bel
- eerste communicant
- eerste concertmeester
- eerste cyclus van het hoger onderwijs
- eerste dirigent
- eerste elftal
- eerste eredame
- eerste hulp
- Eerste Kamerlid
- Eerste Kamervoorzitter
- eerste keeper
- eerste kerstdag
- eerste locoburgemeester
- eerste opperwachtmeester
- eerste paasdag
- eerste wachtmeester
- eerste-uitgiftegesprek
- eerstedivisieclub
- eerstegraads brandwond
- eerstegraadsdocent
- eerstegroeper
- eersteklasser
- eest
- eesten
- eet smakelijk!
- eet ze!
- eetappel
- eetappelsien
- eetclub
- eetgerei
- eetlepel
- eetlust
- eetlustig
- eetlustige
- eetmoment
- eetpiraat
- eetplaats
- eeuw
- eeuweling
- eeuwelinge
- eeuwen aan een stuk
- eeuwen en eeuwen
- eeuwenlang
- eeuwfeest
- eeuwig zingende bossen
- eeuwwende
- eeuwwisseling
- effect
- effectbejag
- effectenhandelaar
- effectenmakelaar
- effectgericht
- egel
- egelvis
- egocultuur
- egoglossy
- Egyptenaar
- Egyptische
- Egyptische gans
- EHBO
- EHBO-cursus
- EHBO-diploma
- EHBO-kaart
- EHBO-koffer
- EHBO-post
- EHBO-vereniging
- EHBO'er
- ei
- ei zo na
- eicelbank
- eidereend
- eierdopje
- eieren op de straatstenen kunnen bakken