Daar de oplosbaarheid van het tricalciumfosfaat der natuurfosfaten zeer gering is, worden deze meststoffen door behandeling met zwavelzuur omgezet in een mengsel van gips en van gcmakkelijk in water oplosbaar monocalciumfosfaat: Ca3(P()4)2, - 2H4S04 + 5HsO = Ca(H4P04)2. H2O) + 2CaS04,2H20.
Dit mengsel komt onder de naam s. in de handel. Deze wijze van ontsluiting werd in 1843 voor het eerst toegepast door LAWES en GILBERT, bij gemalen beenderen (z.Beendermeel). Thans gaat men bij de bereiding van s. uit van natuurfosfaat, waarvan het gehalte aan fosforzuur en kalk nauwkeurig wordt bepaald. Het moet 27-39% P2O5 bevatten en niet meer dan 3% FE2+,03 + Al2O3, daar de fosfaten van ijzer en aluminium moeilijk beschikbaar zijn voor de plantenwortel. De gemalen natuurfosfaten worden in grote zuurvaste ketels met een aan de hand van de genoemde gehalten nauwkeurig berekende hoeveelheid zwavelzuur samengebracht en intensief tot een homogene brij geroerd. Overmaat aan zuur in het eindproduct moet uiteraard worden vermeden en met een tekort eraan blijft de ontsluiting onvolkomen. De massa verhardt na afkoeling dan en wordt vervolgens nagedroogd en vermalen.Het aldus verkregen s. is een lichtgrijs poeder met iets klevende consistentie. Ook wordt het in de laatste jaren in korrelvorm in de handel gebracht. Al naar het gehalte van de verwerkte grondstof bevat het 14—20% (meest 16-18%) in water oplosbaar P205. De prijs wordt naar het gehalte hieraan bepaald.
Het kalkgehalte is, wegens het voorkomen van koolzure kalk in het erts, hoger dan met het gehalte aan P2O5 overeenkomt; het ligt tussen 24 en 28 %. Doordat het fosforzuur uit s. in water oplosbaar is, is het een snelwerkende meststof, welke voor alle gewassen en op nagenoeg alle grondsoorten geschikt is. Alleen op gronden met hoog gehalte aan mobiele ijzerverbindingen bestaat de kans dat een deel van het fosforzuur ten gevolge van binding aan ijzer voor het gewas moeilijk toegankelijk wordt. De uitspoeling van het in water oplosbare fosforzuur uit s. is gering, ook op lichte gronden; het monofosfaat wordt in de grond vrij snel omgezet in onoplosbare kalkfosfaten, welke echter, doordat zij vers geprecipiteerd zijn, gemakkelijk door het in de grond ontwikkelde koolzuur worden aangetast en voor het gewas ter beschikking komen.
De superfosfaatindustrie is een van de omvangrijkste chemische industrieën. De gezamenlijke jaarlijkse productie in Ned. bedraagt ca 500.000 t, waarvan ca 44 % binnenslands wordt verbruikt. Het grootste deel wordt geëxporteerd. Behalve het s. worden, uitsluitend voor export, jaarlijks nog ca 100.000 dubbelsuperfosfaat geproduceerd.