Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Natuurfosfaat

betekenis & definitie

Plaatselijke ophopingen van afgestorven dieren veroorzaakten het ontstaan van fosfaatlagen. de belangrijkste afzettingen van fosfaat liggen aan de N.kust van Air. (Marokko, Algiers, Tunis), in de Ver. St., in Midden Amerika, in Oceanië en in het Z.W. van Rush De wereldvoorraad aan rendabel winbare afzettingen wordt geschat op 17 milliard t; de jaarlijkse productie bedroeg in 1951 ca 23 millioen t.

Deze hoeveelheid wordt voor het grootste deel verwerkt tot meststoffen met gemakkelijker oplosbaar fosforzuur (superfosfaat, dubbelkalkfosfaat. gloeifosfaten; z. Fosfaat). Een klein kwantum wordt in fijngemalen toestand als n. in de handel gebracht. Daar het als tricalciumfosfaat gebonden fosforzuur vrij moeilijk en dus zeer geleidelijk in oplossing gaat en voor het gewas ter beschikking komt is n. alleen bruikbaar op zandige, goed geaëreerde en organische stof bevattende gronden met zure reactie en dan vooral als voorraadsbemesting: in de gematigde streken bij voorkeur op grasland en op leguminosen, in de tropen in meerjarige culturen (oliepalm, thee, rubber). De aardachtige zachte fosfaten zijn hiertoe geschikter dan de harde kristallijne. Om als meststof te kunnen worden verhandeld moet n. vermalen worden tot een fijnheid van ten minste 90% fijnmeel (<0,17 mm zeef) en een gehalte bezitten van ten minste 20 % in mineraal zuur oplosbaar P20;j. Gewoonlijk is het gehalte hoger (25-35%).

< >