Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Beendermeel

betekenis & definitie

is een zeer oude fosfaatmeststof. Het werd reeds in 1653 in Eng. als plantenvoedende stof aan de grond toegediend.

Oorspronkelijk werden gemalen beenderen gebruikt. Later werden deze eerst ontvet met behulp van stoom of organische oplosmiddelen. Men onderscheidde toen ruw en normaal b. Nog later werd met behulp van stoom onder hoge druk ook het eiwit uit de beenderen gehaald vóór ze als meststof werden gebruikt. Daar heden in ons land slechts de laatste vorm wordt toegepast, wordt in het laatste Meststoffenbesluit met b. ontvette en ontlijmde beenderen bedoeld. Het fosfaat is in de beenderen als tertiair zoutgebonden: Ca3(PO4,)2. Hiernaast komen nog kleine hoeveelheden CaCO3 en Ca F2 voor.

Het fosfaat in b. is moeilijk oplosbaar en kan pas na hydrolyse tot primair fosfaat door de plant worden opgenomen. Het is daarom het meest werkzaam op zure gronden. Het Meststoffenbesluit stelt aan de handelswaar de eis dat het minstens 29 % in mineraal zuur oplosbaar P2O5 bevat en dat 90 % door een zeef gaat met mazen van 0,6 mm.

B. wordt tevens gebruikt in de diervoeding. Daar calcium en fosfor er in de juiste verhoudingen in voorkomen, is het een zeer geschikte bron voor deze mineralen, vooral ter voorkoming van de beenderziekten.

< >