Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Ontginnen

betekenis & definitie

Het in cultuur brengen van woeste gronden. Door o. wordt de woeste grond voor de normale uitoefening van de land- of bosb. geschikt gemaakt.

Alle bestaande cultuurgronden zijn eens ontgonnen. Tot het begin van de 19e eeuw was dit veelal een langdurig proces. Zo is in de lage gebieden na verwijdering van de wilde begroeiing, door de allengs ontwikkelde ontwatering en een voortdurende verpleging, het grasland geleidelijk verbeterd. De oude zandbouwlanden op de essen en velden zijn na het kaalslaan van het bos door eeuwenlange bemesting (veelal plaggenbemesting) tot waardevolle cultuurgrond geworden. In de hoogveengebieden ging vervening aan de ontginning vooraf, waarbij vooral vroeger composttoevoer een grote rol speelde. In de zeeprovincies zijn na inpoldering of droogmaking en aanleg van sloten en greppels vele gronden voor bouwland geschikt gemaakt.

Aldus heeft de mens eens elk perceel ontgonnen en zich daarbij, door toevoeging van arbeid en kapitaal aan de grond, een nieuw productiemiddel geschapen. Deze ontginningen zijn soms in het groot, vaak echter door de plaatselijke bevolking bij kleine oppervlakten uitgevoerd. De maatregelen t.a.v. inpoldering, afwatering en verkaveling zijn langzamerhand los van het begripo. komen te staan. Tot de ontginning rekent men thans: het verwijderen van de wilde begroeiing en het be- en verwerken van de grond op zodanige wijze, dat deze voldoet aan de door de plant gestelde eisen t.a.v. zijn hoedanigheid en aan de door de boer gestelde eisen t.a.v. het gebruik van de grond.

Bij het ontginnen kan men verschillende handelingen onderscheiden:

(1) Verwijderen van de wilde begroeiing door rooien (bomen),afbranden (heide) of maaien (riet), van boomstobben, zware wortels en grote stenen.

(2) Breken van vaste lagen (oerbanken, spalterlagen, Ieemlagen), in handwerk, gecombineerd met een andere bewerking of machinaal b.v. met een diepploeg of een ondergrondsploeg.

(3) Verwijderen van slechte lagen (loodzand onderspitten of onderploegen, ijzeroer delven en afvoeren) en in de bovengrond brengen van de voor de cultuur gunstige lagen (de koffiezandlaag uit het heideproficl opspitten of een onder een zandlaag aanwezige kalkrijke kleilaag door diepploegen bovenbrengen).

(4) Aanvoeren van goede grond, een vroeger zeer gebruikelijke maatregel. M.n. geldt dit voor de terpaarde, waarmee aan voedingsstoffen arme gronden werden verbeterd. In het Westland zijn vele zware gronden door ophoging met zand en stadsvuil tot uitstekende tuingrond verbeterd. Aanvoeren van verse grond ter vervanging van verteerde organische stof geschiedt thans nog b.v. in Aalsmeer. Hiertoe ook te rekenen het bedekken of vermengen met zand van veengronden om de physische eigenschappen van de bovengrond te verbeteren (z. Bezanden). In andere vorm ook het aanvoeren van turfmolm op zware tuinbouwgronden.

(5) Egaliseren, hetzij in handwerk, hetzij met molbord, bulldozer of dragline, opdat de groei-omstandigheden, m.n. de afstand tussen maaiveld en grondwater, over het gehele perceel zoveel mogelijk gelijk zullen zijn en opdat de ongelijke hoogteligging geen moeilijkheden bij de grondbewerking en de oogst zal veroorzaken. Op veengronden moet het egaliseren vaak na de eerste sterke inklinking worden herhaald.

(6) Bewerken van de bovenste lagen, die meestal rijk aan organische stof zijn, opdat na humificatie van deze organische stof een goede bouwvoor zal ontstaan. Meestal moet vermenging van de door de handelingen 3 en/of 4 ontstane goede bovenlaag met diepere lagen plaatsvinden om een bouwvoor van voldoende diepte te krijgen (meestal doorploegen, soms in handwerk doorspitten).

(7) Verzorgen van de voorraad plantenvoedingsstoflen en van het organische leven in de grond. Vooral op zand- en veenontginningen moet hieraan aandacht besteed worden. Compost en groenbemesting spelen hierbij een grote rol. Ook zware bekalkingen kunnen nodig zijn, terwijl op vele gronden in de behoefte aan sporenelementen moet worden voorzien.

Bij ieder type ontginning komen de te verrichten handelingen in een andere combinatie voor. Zij behoeven niet alle bij iedere ontginning te geschieden. Vroeger lag het accent vooral op de punten 3 en 4. De opkomst van de kunstmest heeft de aandacht verplaatst naar de verzorging van de physische factoren. De verschillende handelingen worden niet afzonderlijk of achtereenvolgens, doch zoveel mogelijk tegelijkertijd uitgevoerd. Men kan b.v. vrijwel steeds 3, 5 en 6 tot één bewerking combineren.

Veelal worden de ontginningen naar de aard van de te ontginnen woeste grond in twee grote groepen onderscheiden: de heide- en de veenontginningen. O. van kleigronden komt in Ned. alleen nog voor bij de IJselmeerinpolderingen en bij de landaanwinning.

Sedert 1830 is in Ned. ca 700.000 ha grond ontgonnen, waarbij sinds 1900 vooral de zandontginningen een belangrijke plaats innemen. In 1950 resteerde nog ruim 200.000 ha woeste grond, waarvan nog ca 40.000 ha voor ontginning in aanmerking kan komen.

Veel van de reeds in cultuur zijnde gronden zijn indertijd slecht ontgonnen. Door herontginning moeten zij thans opnieuw worden verbeterd.

F.HELLINGA.

< >