1. (akkerb.) K. is de verzamelnaam voor verschillende of voor alle graansoorten. Het woord heeft niet in alle streken volkomen dezelfde betekenis, hoewel het onderscheid verdwijnt.
Van oudsher duidde men er veelal het ter plaatse belangrijkste graan mee aan, b.v. tarwe in het W. en rogge in het O. Ook het buitenland kent dit woord met kleine afwijkingen in spelling en klank: in Zwitserl. is het spelt, in Zweden gerst en in de Ver. St. mais.2. (volkskunde) Naar oude, heidense opvattingen bedwingt k. (rogge) de vijandelijke demonische machten. Ook korrels van. ander graan en korrels rijst worden gestrooid over bruid en bruidegom, als het huwelijk voltrokken is.
Op de oude Drentse boerenbruiloft strooiden de kinderen voor het uit de baanderdeur naar buiten tredende bruidspaar bloemen, maar vroeger ook haver, waarbij ze zongen:
Wij streien de bruud
Met haver en kruud.
Te Staphorst deed men een roggekorrel in de karn, als de boter niet loskomen wilde. Koren weert heksen.
