Wat is de betekenis van koren?

Het begrip koren heeft 2 verschillende betekenissen: 1) de vruchten van graangewassen. de vruchten van graangewassen, met name genoemd als handelswaar, als grondstof en als voedingsmiddel; graankorrels; graan. 2) op het veld staande graanplanten. de op het veld staande graanplanten; graan.

Koren - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

koren - zelfstandig naamwoord uitspraak: ko-ren 1. verzamelnaam voor soorten graan ♢ haver, gerst en tarwe noem je koren 1. ik kan niets zeggen, ik heb nog koren te veld (TB) [ik moet aan mijn bela...

Een symbool van vruchtbaarheid, van de groei en het rijpingsproces. (Zie ook ‘Boer’, ‘Oogst’, ‘Graan’, ‘Zaadjes’).

Zie: ➝ Muziek 2.1.2.

of graan, de op akkers verbouwde graangewassen, dus rogge, tarwe, gerst en haver, verder ook spelt. Tarwe stelt de hoogste eisen aan bodem en klimaat en kan daarom in ons land niet overal groeien. Minder veeleisend is de rogge, die bij ons ook als broodkoren voorkomt. Haver en gerst worden voornamelijk als grondstof voor veevoeder verbouwd; zie ook...

zn., 1. (de), de plant maïs (Zea mays, Grassenfamilie). In veld en bos kun je deze beestjes [draagmieren] zien lopen over hun mierenpaadje ( ). In één nacht knippen ze een boom kaal of verwoesten ze een hele aanplant van kassave, koren, enz. (Vermeulen 220). 2.(de, -s), maïskolf met de korrels eraan. Men neemt een jonge kor...

1. (akkerb.) K. is de verzamelnaam voor verschillende of voor alle graansoorten. Het woord heeft niet in alle streken volkomen dezelfde betekenis, hoewel het onderscheid verdwijnt. Van oudsher duidde men er veelal het ter plaatse belangrijkste graan mee aan, b.v. tarwe in het W. en rogge in het O. Ook het buitenland kent dit woord met kleine afwijk...

s.n., nôt (it), graen (it); — op de halm, nôt op ’e woartel; het — binnenhalen zonder van wagens te verwisselen, nôtride mei de âld hoed.