zijn bacteriën, die de wortelknolletjes van de vlinderbloemigen veroorzaken. Zij leven in de knolletjes in symbiose met de plant.
Deze samenleving stelt plant en bacterie in staat de gasvormige stikstof uit de atmosfeer voor de stikstofvoeding te gebruiken. Elk afzonderlijk kunnen zij dat niet.De k. behoren tot het gesl. Rhizobium, waarbinnen men met m.o.m. recht een aantal soorten onderscheidt. Zo is de soort R.leguminosarum in staat knolletjes te vormen bij de erwt, de wikke, de veldboon en de lathyrus (erwtengroep), de R.lupini bij lupine en serradella (lupinegroep), R.trifolii bij klavers (klavergroep) en R. meliloti bij lucerne (lucernegroep) . Elke soort kan slechts bij haar bepaalde groep knolletjes verwekken.
De werkzaamheid van verschillende stammen van een soort loopt zeer sterk uiteen; sommige zijn zeer werkzaam, terwijl andere geheel onwerkzaam zijn. Deze laatste veroorzaken in hun groep wel knolletjes, maar de samenleving is niet in staat stikstof te binden. De bacteriën gedragen zich in dit geval eerder als parasieten.
In de knolletjes komen de bacteriën voor in grillige vormen, soms vertakt, soms opgezwollen (bacteriën).
Er zijn in de lit. aanwijzingen, dat een bepaalde var. van b.v. klaver, het meest profiteert van de samenleving met een bepaalde bacteriestam.