Medicago sativa L., is een van de meest gewaardeerde, overblijvende vlinderbloemige groenvoederplanten. Indien de ondergrond diep ontwaterd en voldoende kalkrijk is, zal de l. met haar krachtige penwortel daarin diep (tot 2 m) doordringen en in tijden van droogte vrijwel normaal blijven doorgroeien, zulks in tegenstelling met de rode klaver; zij zou daardoor een uitstekend gewas zijn voor de zandgronden, maar helaas zijn deze meestal te zuur in de ondergrond.
Onder de naam alfalfa vond deze plant grote verbreiding in Argentinië, de Ver. St. en Canada, in welke landen zij het voornaamste voedergewas is. In Eur. zijn hetvooral Duitsl., Frankr. en Hongarije waar l. veel geteeld wordt; in Ned. nam de teelt toe,vooral nadat gebleken was, datl. als eerste gewas uitstekend voldeed op drooggevallen zilte gronden, waar zij de structuur hielp verbeteren, in België neemt de teelt eveneens in sterke mate toe.L. wordt nog veelvuldig onder dekvrucht gezaaid, alhoewel deze voor lichtonttrekking gevoelige plant beter zonder dekvrucht en dan in de tweede helft van Apr. of in een vroege stoppel (eind Juli) gezaaid kan worden. Voor Ned. dienen voldoende winterharde rassen of herkomsten gekozen te worden, b.v. N. Franse, Hongaarse of bastaardlucernes. In België zaait men vooral l. dHarmignies, Du Tuits en Vlaamse l. Het zaad wordt geënt met de specifieke Rhizobium-stam en tegen ca 25 kg/ha op rijen (25 cm afstand) uitgezaaid. In het jaar volgend op dat van de uitzaai en zo vervolgens gedurende 2-4 jaar kan men 3 volle sneden per jaar winnen. Veel aandacht vraagt de geregelde onkruidbestrijding, waarbij vooral tuintjesgras door herhaaldelijk schoffelen en scherp eggen tussen en uit de rijen verwijderd moet worden, wil men geen kans op vergrassen lopen. Het is ook van belang op het juiste tijdstip van maaien te letten; men maait tegen of even in de bloei, waarbij de laatste keer maaien zodanig gekozen wordt, dat het gewas met een goede wortelreserve de winter ingaat.
In Nederland wordt l. benut voor hooiwinning, terwijl ook veel groene l. kunstmatig wordt gedroogd. Het zeer eiwitrijke l.-meel, dat bovendien veel kalk en ook carotine bevat, is uitstekend voer en wordt o.a. benut in ochtend- en opfokvoer voor pluimvee.