Afbraak van eiwit door enzymen. De splitsing vindt plaats door hydrolyse, waarbij eerst albumosen en peptonen ontstaan en uiteindelijk aminozuren en ammoniak.
Deenzymen, die deze splitsing teweegbrengen, heten proteasen. Hiertoe behoren o.a. de pepsinase, die haar sterkste werkzaamheid heeft in een zuur milieu (b.v. in de maag) en de trypsinase, die een alkalische omgeving nodig heeft (b.v. in de darm). Ook de chymosinase, het lebferment, dat de kaasstof van de melk doet stremmen behoort hiertoe.