Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

zondagscent

betekenis & definitie

Zakgeld (voor de zondag).

Hij wou haar maar niet erkennen als zijn eigen dochter, weigerde haar een zondagcent te geven, BOON 1977, 42.

Op een dag, toen hij ging sparen voor een nieuwe fiets en hij een hoop boekskes had, gekocht van zijn zondagscenten, kreeg mijn vader de ingeving, een handeltje op te zetten, Gazet v. Antw. 7/6/1977.

< >