Ondiepe laagte tussen heuvels; laagte in een veld, weide, straat enz.
Die rommel wil hij niet op zijn akkers hebben. Hij gaat er later zijn ploeg op breken ... . Ze rapen die dozen op en dragen ze naar de zonken in de straatweg. En daar rijdt Janneken er met de kar over, OP DE BEECK 1947, 117.
Tussen bogaarden, in de zonken, trappelden wijd en zijd de roodbedaakte huisjes, VERMEYLEN 1962, 82.