Van pers.: hard werken, ploeteren, zwoegen.
Hij had de laatste tijden ook zoveel zaken te beredderen, was daarenboven nooit zeker van de volgende morgen, kon evengoed nu als binnen ’n uur aangehouden worden. En toch wroette hij krachtdadig voort tot het uiterste, LANGENS 1947, 77.
Wat is er daar gewerkt en gewroet geworden in de smidse van de Vlaamse Beweging! BONI 1948, 148.
Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: woelend graven in de grond e.d.