Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

wipplank

betekenis & definitie

Springplank, in overdr. zin: positie of middel waarvan men zich bedient om een bep. doel te bereiken.

Ram en Stier zijn tellurische naturen bij uitstek. De eerste zoekt aarde, zowel om haar zelf als opdat ze wipplank zou zijn. De tweede meent ze te hebben gevonden, JONCKHEERE 1967, 17.

Voor de winnaar van 1974 betekende die rondezege overigens ook heel wat, want zijn overwinning was samen met de zege in de Scheldeprijs voor amateurs de wipplank naar een profloopbaan, die onmiddellijk na de ronde van de Kempen van start ging, Gazet v. Antw. 1/8/1980.

Opm.: In de standaardt. wel: plank van een wip.

< >