1. In enkele verb. met kennis in versch. bet.-nuances (het weten; bekendheid met een gebeurtenis, omstandigheid enz.; verstand): (iem. iets) ter kennis brengen, (iem.) op de hoogte stellen (van -), (iem. iets) mededelen; (iem.) in kennis stellen, kennis geven (van iets) (gall., naar fr. porter à la connaissance de quelqu’un); - (weinig, geen) kennis hebben van iets, verstand hebben van iets.
Wij hebben de eer U het Raadsbesluit van 4/5/60 ter kennis te brengen ... Gelieve (aan) de aanvrager ter kennis te brengen dat zijn verzoek afgewezen is, Keurig Ndl. 1966, 95-97.
Het verder verloop der zaak zal mij ... ter kennis worden gebracht, Taalb. 1971, II, 677.
- In ’t mv. (als gall., naar fr. des connaissances), ter aand. van wat iem. weet; in de standaardt.: kennis (in ’t enk.).
De kennissen die voor dat ambt vereist zijn ... . Zijn vakkennissen bleken onvoldoende, Schrijft. 1966, 137.
X. bezit uitgebreide kennissen, Keurig Ndl. 1966, 97.
2. In verb. met kennis in de bet.: bekendheid, gemeenzaamheid met een pers. door of in de omgang; in kennis komen met iem., iem. leren kennen, iem. voor het eerst ontmoeten; - kennis hebben (met iem.), verkering hebben, vrijen, ook: verloofd zijn (met iem.); ook: kennis krijgen (met, aan iem.) (in de standaardt., hoewel veroud.: kennis hebben aan iem.); - bij uitbr. ook van zaken gezegd: aan iets kennis krijgen, iets (leren) kennen.
Weet ge waar zij nu opeens aan dacht? „Aan den tijd toen we nog kennis hadden, Ernest”, WALSCHAP 1939, 98.
Het is een publiek geheim dat Luc kennis heeft... Verdonck heet ze, Margriet Verdonck. Stand bij stand ... ge veegt het aan uw zolen! WACHTERS 1946, 108.
Prof. Mato en de assistent waren in die benijdenswaardige leeftijd, toen ze aan deze wereld kennis hadden gekregen, en ze hadden vele levenslustige jaren beschikbaar gehad om ‘wetenschappelijk’ te leren denken en geleidelijk ook zo te leren voelen, DAISNE 1948, 89.
Bij Nette Gordijn ben ik in kennis gekomen met Jan Kweddel en Lamme Glas, CLAES 1960, 58.
Ik geloof dat ons Josée pas kennis kreeg op haar 23ste, Gehoord te Antwerpen 1977.
