Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

vest

betekenis & definitie

1. Als herenkledingstuk.

- In Vl.-België het gewone woord voor de korte jas, al of niet bij een pak behorend: jasje, colbert(je), colbertjasje. (De opgenomen voorb. zijn niet altijd duidelijk te scheiden van de bet. 3).

Allee, kerel, speel uw vest uit en maak u nuttig! BRULEZ 1950, 39.

Zij verspert Meulenaere de weg naar de achterkamer, alhoewel zij ziet dat hij uit zijn vest een mes haalt, BOON 1975, 232.

Vesten en blazers, Gent 19/8/1976, p. 11.

Sportief vest in dikke wollen stof. Grote afgeschuinde zakken. Het kleine steekzakje wordt afgewerkt met leder, Vrouw en Wereld dec. 1976, p. 40.

Bedoeling is echter dat de gentleman gestreepte vesten, tennis-broekjes, voetbal- en andere sportschoenen ook in de stad zal dragen, Touring 7/4/1977, p. 34.

Pierre Cardin die een van de grootste leveranciers is van herenpakken over de wereld, vertoonde deze winterkostuums: Korter vest, puntopslagen, tweeknopensluiting. Lange smalle pantalon onder een gilet in hetzelfde weefsel, Gazet v. Antw. 31/8/1977.

2. Als dameskledingstuk.
- Kort jasje van een mantelpak.

Tweestuks in bedrukte zijde. Lendenband in de vest, zwaluwkraag, raglanmouwen en opgezette zakken. Plooirok, Vrouw en Wereld febr. 1974, p. 40.

3. Als dames- en herenkledingstuk.
- Ter aanduiding van een (half)lange overjas; - ook: (leren) jek (als bovenkledingstuk).

Voor jongens en meisjes, een vest in laken gesloten met patjes en knopen, Vrouw en Wereld dec 1973, p. 72.

Als de een de ander daar al even onthutst ziet staan, dan kan de middenste van het drietal - waarin we Tineke herkennen - zich niet wachten van overhaast naar de zak van zijn lakense vest te tasten, BOON 1975, 36.

Zware geruite wollen stof voor dit rechte vest met ritssluiting. De steekzakken en het kleine zakje op de mouw worden in schuine richting afgeknipt, Vrouw en Wereld dec. 1975, p. 46.

Vesten en mantels in leder en daim voor damen en heren, Publirama 25/8/1976.

Daarop had de man even zijn vest geopend, om de indruk te maken dat daar best een pistool kon inzitten, Gazet v. Antw. 28/8/1977.

Vest in tweed met ritssluiting in middenvoor. Omslagkraag met patjes voor het sluiten. Borstzakjes met bies en rits. Grote opgezette zakken, Vrouw en Wereld dec. 1977, p. 46.

Opm.: In de standaardt. is vest (steeds o.) wel gewoon in de volg. bet.:

1. Mouwloos herenkledingstuk dat onder het jasje van een pak en boven het overhemd gedragen wordt, en dat van voren gesloten wordt door een rij knoopjes (vgl. fr. gilet);
2. Gelijkaardig herenkledingstuk als 1, maar niet bij een pak behorend, en veelal met mouwen, vaak ook met een ritssluiting i.p.v. knopen;
3. Kort dameskledingstuk (veelal gebreid of gehaakt) met (korte) mouwen dat over een blouse of jurk gedragen wordt.

Sam.: bovenvest (zie ald.);

- damesvest (Boom 3/12/1976. Damesvesten in tergal, Teletip 30/5/1978);
- herenvest (Herenvest in jeans, liquette model, Westkust 26/8/1976, p. 14);
- kindervest (Kindervestje in cire „Salik” ... speciaal voor de komende kille avonden met kapje, Westkust 26/8/1976, p. 11. Kindervesten tergal, Teletip 30/5/1978);
- ondervest (zie ald.); sportvest (Sportvesten en broeken in alle genres, Rupelgalm 7/5/1977);
- vestzak, ter aand. van een jaszak (Hij ... trok de pet diep over de ooren, (en) stak de handen in de bodemlooze vestezakken, STREUVELS, Dagen 113 (1902)).

< >