Wat is de betekenis van vest?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

vest

Het begrip vest heeft 7 verschillende betekenissen: 1) bovenkledingstuk met een voorsluiting. bovenkledingstuk, meestal met lange mouwen, dat het bovenlichaam bedekt en een gesloten achterpand heeft en een voorpand dat in het midden in de lengte in tweeën wordt gedeeld door een sluiting, meestal van een aantal knopen of een ritssluiting...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vest

vest - Zelfstandignaamwoord 1. (kleding) een mouwloos jasje, te dragen onder de jas van het kostuum 2. (kleding) kort (gebreid) jasje met mouwen vest - Zelfstandignaamwoord 1. stadsgracht 2. vestingmuur, stadswal vest - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van vesten 2. gebiedenwijs van vesten Ve...

2024-04-20
Begrippenlijst van het COB

Nederlands Instituut Fysiek Veiligheid (2019)

VEST

VeiligheidsEisen voor SpoorTunnels. Europese TSI, vertaald voor de Nederlandse implementatie.

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vest

vest - zelfstandig naamwoord 1. trui waarbij voorkant open kan ♢ doe je vest aan, het is koud buiten 2. jasje zonder mouwen ♢ hij droeg een vest onder zijn pak Zelfstandig naamwoord: vest ...

2024-04-20
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

vest

jasje, colbert Geen afgeborstelde types voor jou! Nee, jij valt op deze muzikale alternatieveling. Lang haar en een leren vest doen jou smelten. (Joepie) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid: 1

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

vest

(het, -en) jas, colbertje voor heren, damesjasje, jack. De criminelen trokken het rechterportier open en gingen aan de haal met een cd-speler en een bruine lederen vest. - HV, 25-11-2002.

2024-04-20
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Vest

een - aan hebben, soldatenslang voor ‘dronken zijn’. Sinds ca. 1833. Syn. in de olie.

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

vest

1. Als herenkledingstuk. - In Vl.-België het gewone woord voor de korte jas, al of niet bij een pak behorend: jasje, colbert(je), colbertjasje. (De opgenomen voorb. zijn niet altijd duidelijk te scheiden van de bet. 3). Allee, kerel, speel uw vest uit en maak u nuttig! BRULEZ 1950, 39. Zij verspert Meulenaere de weg naar de achterkamer, alho...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vest

s.n., fest (it), festje (it).