Als krachtterm: verduiveld, verdraaid enz.
«Geef mij het wachtwoord en de naam van de leider uit Brussel,» hield de knaap koppig vol. «Gij zijt ne kadee, verdjis,» riep de kolonel. «Het doet me genoegen te zien dat ge zeker wilt spelen», LANGENS 1947, 101.
Wel, verdjuuse, waarom niet, als ge ’t toch vraagt? LANGENS 1947, 138.