Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

stop

betekenis & definitie

Dop (om een fles enz. af te sluiten); - ook: kurk.

- Zie ook stopsel.

Opm.: In de standaardt. uitsl. gezegd van een deel dat bij een kruik, karaf enz. hoort: de glazen stop van een karaf.

Sam.: schroefstop, schroefdop (Isoleerflessen. Oranje plastieken omhulsel. Schroefstop, Uit een reclamefolder juni 1978);

- stoppentrekker, (w.g.) kurketrekker (Daartussen lagen dingen, ... waarmee hij dacht het werk in het huishouden voor Mama lichter te maken: een nieuw soort stoppentrekker of dozenopener, een mes om snijbonen te snijden, enz., LIA TIMMERMANS 1962, 104).

< >