Wat is de betekenis van Stop?

2023-09-27
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Stop

Klein metalen klemmetje dat bij een vastzittende beugel met een tang om een boog kan worden vastgeknepen. Wordt ook wel crimpable stop genoemd.

2023-09-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

stop

(1990) (Delft, stud.) tampon. Ook wel: stop tegen de lekkage. • (Robert Henk Zuidinga: Eroticon: het ABC van de erotiek. 1990) • (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlandse Studentenwoordenboek. 1994)

Direct toegang tot alle 19 resultaten over Stop?

Word nu vriend van Ensie
2023-09-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stop

stop - Zelfstandignaamwoord 1. (elektrotechniek) zekering die elektrische stroom begrenst doordat zij smelt Door de kortsluiting sloegen alle stoppen door. 2. halte (korte onderbreking) Bij de volgende stop moet ik echt naar de wc. 3. voorwerp...

2023-09-27
Begrippenlijst Openbaar Ministerie

Openbaar Ministerie (2018)

Stop

Bij de zogeheten Stop-reactie maakten kinderen onder de twaalf jaar op vrijwillige basis 'strafwerk'; als zij bepaalde, geringere strafbare feiten hadden begaan (Januari 2010 afgeschaft).

2023-09-27
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

stop

1. Stopper. Gesproken wordt van een ‘schoppenstop’, ‘hartenstop’, ‘ruitenstop’ en ‘klaverenstop’. Zie ook: halve stop 2. Uitroep welke gedaan wordt door een speler voordat deze een sprongbod geeft. Zie ook: stopregel

2023-09-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stop

stop - zelfstandig naamwoord 1. voorwerp waarmee je een opening afsluit ♢ er zit nog geen stop op deze fles 2. beveiliging tegen doorsmelten ♢ na kortsluiting moet de stop vervangen worden ...

2023-09-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

stop

(de, -pen) kurk, dop om een fles, karaf, kruik enz. af te sluiten.Spijtig genoeg zit er een stop op van gelijmd kurkgranulaat, wat meebrengt dat u deze fles het best snel kraakt. - DM, 07-02-2003.

2023-09-27
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

stop

Een stop is een 'actieve' stophouding, stilstand tijdens de dans (1); vgl. freeze; dit begrip hoort bij het danselement tijd.

2023-09-27
Woordenboek Populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Stop

1. de -pen slaan door, gezegd wanneer iemand in de war, overstuur is. Eigenlijk ‘het doorbranden van een zekering, waardoor kortsluiting ontstaat en de stroom wordt verbroken’. Hier overdrachtelijk gebruikt voor iemand die alle rede heeft verloren en zichzelf niet meer onder controle heeft. Modieuze uitdr. Natuurlijk denken er velen dat bij mij de...

2023-09-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

stop

Dop (om een fles enz. af te sluiten); - ook: kurk. - Zie ook stopsel. Opm.: In de standaardt. uitsl. gezegd van een deel dat bij een kruik, karaf enz. hoort: de glazen stop van een karaf. Sam.: schroefstop, schroefdop (Isoleerflessen. Oranje plastieken omhulsel. Schroefstop, Uit een reclamefolder juni 1978); -...

2023-09-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stop

s., stop(pe); (van fles of vat), koark; (in spongat), douk; (in kraan), húsling (it); (om opening dicht te maken), prop.

2023-09-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

stop

I. 1. stoppen [een gat, lek], dichtmaken, dichtstoppen, op-, verstoppen, versperren (ook: stop up); stelpen [het bloeden]; vullen, plomberen [tand]; 2. stil laten staan [klok]; tot staan brengen, tegenhouden, aanhouden [iemand]; inhouden [loon]; een eind maken aan [iets]; stopzetten [fabriek]; staken [werk]; ophouden met, niet voortzetten; 3. inter...

2023-09-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STOP

I. v. (-pen), 1. voorwerp dienend om een opening of holte, inz. de schenkopening van een kruik, een fles enz. af te sluiten; in de alg. taal noch van een kurk, noch van een prop gezegd, maar gewoonlijk van een deel dat bij de kruik enz. behoort: houten, glazen, zilveren stoppen ; de stop op de fles doen ; — (gew. ook) kurk ; 2. eindstuk van e...

2023-09-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stop

I. v. stoppen (in het alg. iets, dat dient om een opening af te sluiten inz. 1 prop, kurk; 2 dichting van een weefsel of breiwerk): 1. een glazen stop, op een fles of karaf; 2. een stop in een servet leggen, een gat er in dichten. II. (staak! stil!) 1. tw.: stop! stop! schreeuwde ik; 2. o.: een plotseling stop.

2023-09-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stop

m. (-pen; -je) I. [< stoppen I 1] 1. Algm. wat dient om te stoppen: een om (een gat in) een boot te dichten. 2. Inz. a. om een fles enz. af te sluiten: een glazen, houten, kurken -; een op een fles, een karaf doen, steken; een aftrekken. Syn. ➝ deksel. b. om een weefsel of breiwerk te stoppen: een in een kous leggen. II. [< stoppen I...

2023-09-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Stop

Het begrip stop heeft 2 verschillende betekenissen: 1. stop - stop - v. (-pen), wat dient om de opening van eene kruik, eene flesch enz. af te sluiten: kurken, houten, glazen, zilveren stoppen; de stop op de flesch doen, van de flesch trekken. 2. stop - stop - v. (-pen), kruiswijze dichting van weefsel of breiwerk; het zoo dichtgemaakte: eene stop...

2023-09-27
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Stop

zie Deksel.

2023-09-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Stop

Stop, v. (-pen), al wat dient om te stoppen, prop; glazen -, (op eene flesch); (naaist.) zek. digtnaaijing van gaten, het zoo digtgenaaide; eene - in eene kous leggen. *-! tw. houd op, genoeg! *-ANKER, o. (-s), (zeew.) hoofdanker. *-BLOK, o. (-ken), deel van eenen hijschtoestel. *-DARM, m. (ontl.), (-en). *-DOEK, m. (-en), (vroedk.) doek om de v...

2023-09-27
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Stop

z.n.m. 1. Tap, deuvik, kurk. 2. Tonnetjen proviand op de vischschuiten.