Langzamerhand, gaandeweg; geleidelijk, zachtjes aan; soms bep.: inmiddels (bekend); - stilaan maar zeker, langzaam maar zeker.
- Zie ook stilletjesaan.
De eerste die, door de vroolijkheid aangelokt, beneden kwam was Ernest. Stilaan volgden de anderen; het werd een gezellige avond rond Adelaïde, WALSCHAP 1939, 19.
Ik dreef af in een onafwendbare stroming, en stilaan ontviel mij zelf de lust om mijn uitroeiing te weerstaan, TEIRLINCK 1952, 1, 198.
Stilaan dwaalden zijn gedachten verder weg. De droevige gebeurtenis kreeg interessante kanten voor hem, DURNEZ z.j. (± 1958), 47.
Zo zullen mijntorens en steenbergen in het Limburgs landschap stilaan tot het verleden gaan behoren, evenals... de purperen hei, Gazet v. Antw. 29/4/1977.
Gisteren was het reeds zeer druk op de autoweg naar de kust rond 9 uur. Zowat een half uur later deed zich op de stilaan gekende en beruchte gevarenstrook van de E5 tussen Gent-Zwijnaarde en Aalter een ongeluk voor, Nieuwsblad 20/5/1977.
De gehandicapte mens komt meer in de algemene belangstelling. We mogen hopen dat stilaan maar zeker alles in goede banen komt, Vrouw en Wereld sept. 1977, p. 27.
Stilaan beginnen de majoretten over te schakelen naar het trommelkorps, zodat nu reeds 10 meisjes en 3 jongens ervan deel uitmaken, Laatste Nieuws 30/7/1980.
Opm.: In de standaardt. zo goed als ongebruikelijk (freq. 1); stilaan werd door alle excerpenten als ongewoon of onbekend gekenmerkt.