Van zaken: kostbaar, kunstig gemaakt, prachtig.
Dan haalt hij uit zijn binnenzak een gouden halssnoer te voorschijn. Hij laat het wat wegen in zijn hand, en het is inderdaad een zwaar en rijkelijk sieraad, TEIRLINCK 1952, 1, 117.
De kunst van onze voorvaders zien we in de beroemde Vlaamse wandtapijten, schilderijen, houtsnijwerk, rijkelijke kasten en binnenhuisinrichting, Vrouw en Wereld juli/aug 1974, p. 46.
Alle voorwerpen worden geïllustreerd met foto en tekeningen en een duidelijke tekst, die voor de kleinsten wel door de ouders zal moeten uitgelegd worden ... . Het is een rijkelijk geschenkboek voor de komende feestdagen, Vrouw en Wereld nov. 1976, p. 41.
Rijkelijke slaapkamer «Lodewijk XVI». Grijs Versailles verlakt, Gentenaar 3/8/1977.
Opm.: Niet altijd duidelijk te scheiden van de in de standaardt. gebr. bet.: kostelijk, heerlijk om te zien; ook: overvloedig, ruim.